Datering
Maker Siebe Jan Bouma

Boerderij te Zalk

Saksische hallehuisboerderij met erf en fruitbomen. In het siertuintje staan o.a. hortensia en phloxen.

Identificatie
Titel
Boerderij te Zalk
Objectnummer
F009865
Objectcategorie
Fotocollectie
Objecttype
  • negatief
    Foto's, gewoonlijk op een transparante drager waarop de tonen en kleuren het tegenovergestelde zijn van hun natuurlijke verschijning. Gebruik 'negatiefdrukken' voor fotografische afdrukken waarop de tonen en kleuren het tegenovergestelde zijn van hun natuurlijke verschijning. Gebruik 'clichés-verre' voor fotografische afdrukken van een beschilderde of betekende glazen plaat. (AAT-Ned)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-32323
Over
Onderwerpen
  • Boerenerf
    Boerenerven zijn verharde of onverharde erven direct om een boerderij gelegen en bieden ruimte voor activiteiten en opslag die bij de boerderij horen zoals een dorsvloer, stallen, hokken en schuren maar ook tuinen, boomgaarden en geriefhout. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
  • Tuin
    Tuinen als groen erfgoed zijn cultuurhistorisch waardevolle begrensde terreinen met een sier- of nutsfunctie. Tuinen zijn beplant, vaak ontsloten door paden en liggen meestal in de nabijheid van een huis. Nederlandse tuinen tussen 1700 en 1900 lagen ook buiten de stadssingels of wallen als buitentuin of speeltuin. In het Middel-Nederlands betekent tuyn of tuen vlechtwerk van teen, de omheining. (Haslinghuis)Gardens as green heritage are cultural-historically valuable bounded areas with an ornamental or utility function. Gardens are planted, often accessed by paths and usually located near a house. Dutch gardens between 1700 and 1900 were also located outside city enclosures or ramparts as outdoor gardens or playgrounds. In Middle Dutch, tuyn or tuen means wickerwork of toe, the enclosure. (Haslinghuis)
  • Fruitteelt
  • Hallehuis (boerderij)
    Hallehuisboerderijen zijn boerderijen die voorkomen in het gehele midden van het land. Het dak wordt gedragen door ankerbalkgebinten, waardoor een brede, driebeukige opzet ontstaat: een brede middenbeuk en twee smallere zijbeuken. Het hallehuis heeft lage zijgevels en ver aflopende dakvlakken met doorgaans grote inrijdeuren in de achtergevel. Het vee staat met de koppen naar binnen en vond een plaats onder het dak dat opzij van de gebinten doorliep. De oogst werd op de zolder opgeslagen.Hall-house farms are farms found throughout the central part of the country. The roof is supported by anchor beam trusses, creating a broad, three-aisle layout: a wide nave and two narrower side aisles. The hall house has low side gables and far sloping roof planes with usually large drive-in doors in the rear facade. Cattle stood with their heads in and found a place under the roof that extended to the side of the trusses. The harvest was stored in the attic.
Vervaardiging
Maker
  1. Siebe Jan Bouma ()
Datering
Aankoop & Licentie
Verworven
kopie
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Zalk

, –

Trefwoorden