Stolpen zijn boerderijen die voornamelijk in Noord-Holland boven het IJ voorkomen. Woon- en bedrijfsgedeelte zijn onder één dak gelegen. De tasruimte bevindt zich op de grond in de vierkantsconstructie, waar omheen de overige ruimtes zijn gelegen. De stal heeft de vorm van een grupstal. Doorgaans wordt het woord stolp in Noord-Holland gebruikt en het woord stelp voor een aan de stolp verwant boerderijtype in Friesland. Maar het woord stelp wordt in Noord-Holland ook wel eens gebruikt voor een Noord-Hollandse stolpboerderij. Boerderij-onderzoeker L. Brandts Buys heeft in zijn 'De landelijke bouwkunst in Hollands Noorderkwartier' uit 1974 heel consequent de benaming stelp gebruikt voor de Noord-Hollandse boerderijen.
Dakbedekking
Dakbedekkingen zijn materialen en constructies waarmee een dak is afgedekt om te voorkomen dat er water binnen kan komen. Een dakbedekking kan zijn van plantaardig materiaal (riet, stro, houten spanen), gebakken materiaal (dakpannen en -tegels), leien, metaalplaten (lood, koper, zink), bitumineus materiaal of kunststof. (Haslinghuis)
Riet
Riet is een plant die tot de grassenfamilie behoort, kan 1-3 m hoog worden. In waterrijke gebieden is de plant prominent aanwezig. De stengel staat stijf rechtop en het 1-3 cm brede blad met spits toelopende top is grijsgroen. De plant bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, purperkleurige of bruinachtige pluim, die rechtop staat of later aan de top kan gaan overhangen. De plant groeit in het water of aan de waterkant op natte, zoete tot brakke grond, maar komt ook voor langs spoorwegen en in akkerranden. Nadat de rietsnijder het materiaal heeft geoogst en verwerkt, kan de rietdekker het verwerken als dakbedekking. Riet is een plant die tot de grassenfamilie behoort, kan 1-3 m hoog worden. In waterrijke gebieden is de plant prominent aanwezig. De stengel staat stijf rechtop en het 1-3 cm brede blad met spits toelopende top is grijsgroen. De plant bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, purperkleurige of bruinachtige pluim, die rechtop staat of later aan de top kan gaan overhangen. De plant groeit in het water of aan de waterkant op natte, zoete tot brakke grond, maar komt ook voor langs spoorwegen en in akkerranden. Nadat de rietsnijder het materiaal heeft geoogst en verwerkt, kan de rietdekker het verwerken als dakbedekking.
Reacties