Datering
Tjotter, Fries jacht
Het Friese jacht is als scheepstype waarschijnlijk pas halverwege de 19de eeuw ontstaan als een variant van de Friese ronde schepen. De Friese jachten behoren tot de fraaiste schepen op de Friese wateren. Dankzij de geringe diepgang waren zij bij uitstek geschikt voor het zeilen op ondiepe meren. De bekende scheepsbouwer Eeltje Holtrop van der Zee (1823-1901) zou als eerste een dergelijk schip als plezierjacht hebben gebouwd. Het type lijkt op de boeier en de tjotter. Er wordt beweerd dat een Fries jacht in wezen een grote tjotter is, of een kleine boeier zonder kajuit. De eigenaren van deze schepen ontmoetten elkaar vaak bij wedstrijden in Grouw, Sneek en andere bekende watersportplaatsen. Daar kon gerekend worden op grote belangstelling. Veel schepen hadden grote zeilen en extra hoge masten om sneller te kunnen zeilen
Gedetailleerde beschrijving
ALGEMEEN: volmodel, getuigd met zeilen. SCHAAL: ca. 1:10.TECHNIEK: op spanten gebouwd. OPSCHRIFTEN: "1845" op luikje van het achterhuisje.TUIGAGE: tjottertuig mast(en) met staand want: strijkbare bruine mast in mastkoker met knecht, zwart boven de hommer, zwart beslag, voorstag met talie op de botteloef met massieve waterstag en boegstagen. ZEILEN: wit, met aangenaaide lijken en opgestikte banen // achterlijk. zeilen met rondhouten en lopend want: GROOTZEIL: 1 rij reefknuttels, 5 rakbanden, sterk gebogen bruine gaffel met kloten an de klauw, bruine giek met groen lummelbeslag, kraanlijn, piekeval, klauwval, smeerreep, hals, schoot op oog. STAGFOK: 1 rij reefknuttels, 9 leuvers, val, 2 schoten. ROMP: bruin, groen onder de waterlijn, zwart berghout, zwarte bies afgezet met wit op het boeisel, licht groen zetboord afgezet met zwart en wit. Groene doften met witte rand, binnenzijde boeisel licht groen, binnenzijde zetboord wit. De boven de doften uitstekende delen van de inhouten zijn wit. De voorplecht is gedekt met 3 losse bruine delen. Uit het zicht zijn inwendig oranje verfresten te zien. De bedelbalk en de hennebalk zijn rood en met gouden krullen versierd. De bedelbalk is met groen afgezet. Het scheepje is zeer rond gebouwd met 5 gangen en vrij zware berghouten, beretanden ontbreken. De lengte-breedte verhouding is ongeveer 1:2. ZWAARDEN: ronde bruine tjotterzwaarden met groene kop afgezet met wit.ROER: Bruin aangehangen tjotterroer met 2 vingerlingen, groen onder de waterlijn, rode met groen afgezette klik met gouden draak, zwart met groen helmhout, stuurboog met 2 pennen, kromme vlaggestok tegen de achterzijde van het roer. AAN/OP DEK: aan beide zijden op het boeisel 2 steunen voor rondhouten.LOSSE ONDERDELEN: pikhaak, zeilboom, slaggaard, stokdweil. SCHEEPSSIER: versierde hennebalk en bedelbalk, klik met gouden draak. VLAGGEN EN WIMPELS: Nederlandse driekleur aan kromme vlaggestok tegen de achterzijde van het roer, resten van een witte(?) vleugel aan een groen scheerhout. STANDAARD/VITRINE: houten standaard in scheve stand.
Reacties