Datering

Vloedpunter of jol

Deze vloedpunter, een van de kleinste punters, ook wel jol genoemd, heeft ruim 90 jaar gelegen op een zolder van een boerderij. De punter werd gebruikt als verzekering tegen dijkdoorbraken in een tweetal boerderijen op het Kampereiland en Oosterwolde. In de papieren is de punter het eerste genoemd in 1923. Met lengte van 4,80 meter is de punter ruim een halve meter kleiner dan het meest gangbare model van de punter, de Gieterse.

Gedetailleerde beschrijving

Met lengte tussen de 5,60 - 5,90 m. waren ze ruim een halve meter kleiner is dan het meest gangbare model van de punter, de Gieterse. Het was dan vroeger dan ook de kleinste variant van de punter. Het waren zeven spanters en werden gebruikt voor het kleine werk dus ook heel wat handzamer dan de boerenpunter. Hoewel sommige van deze bootje een mastgat hadden werd er over het algemeen mee geroeid of geboomd. Eind 18de eeuw / begin 19de eeuw zijn ze dankzij de crisis in deze periode verdrongen door de goedkopere boatien. In 2014 kwam bij overerving een vloedpunter uit de nok van een boerderij te voorschijn. Deze punter, eentje van de kleinste punters, ook wel jol genoemd, heeft daar een slordige 90 jaar gehangen als verzekering tegen dijkdoorbraken in een tweetal boerderijen op het Kampereiland en Oosterwolde. In de papieren is de punter het eerste genoemd in 1923. Bij deze punter behoren ook twee roeiriemen.

Identificatie
Titel
Vloedpunter of jol
Objectnummer
025440
Objectcategorie
Vaartuigen
Objecttype
  • punter
    Te gebruiken voor kleine platbodems met weinig diepgang en vierkante uiteinden. Ze worden in ondiepe rivieren en stromen met een vaarboom voortgeduwd. (AAT)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-94408
Werk
Breedte
115 cm
Lengte
480 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • ijzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
Aankoop & Licentie
Verworven
schenking 15 januari 2015
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Kampereiland
  • Oosterwolde (Gelderland)
  • Dronten
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen , Wim Zandbergen , Wim Zandbergen , Wim Zandbergen , Wim Zandbergen , Wim Zandbergen