Oud scheepstype. Begin 15de eeuw vrij klein ondiep schip voor de kleine riviertjes en vaarten in Overijssel. In de 16de eeuw uitgegroeid tot een min of meer zeewaardig en in de zeventiende eeuw tot een met het wijdschip vergelijkbaar type. Tegen de 18de eeuw is het een tjalkachtig schip soms voorzien van een statie. Achter- en voorschip zijn echter spitser dan de tjalk, terwijl ook de voorsteven minder sterk gekromd is en steiler staat. Men kan de pot zien als een voorloper van de Overijsselse tjalk. Begin 19de eeuw is de Overijsselse pot van het toneel verdwenen. (De Binnenvaart)
Reacties