Bedbankje

Beschilderde houten (bed)bankje. Rechthoekig bovenblad steunend op twee inspringende verticale planken. De groene voorkant is uitgezaagd in een golfpatroon. Op de golven twee medaillonvormige afbeeldingen in polychrome beschildering. Linker afbeelding: Christus en de Samaritaanse vrouw uit het Nieuwe Testament. Rechter afbeelding: de door Mozes uitgezonden verkenners of verspieders in het beloofde land, uit het Oude Testament, 13:23. Tussen de medaillons staat het jaartal 1718 en links de initialen P.C en rechts A.P. Naaldhouten wangen en bovenzijde, eikenhout front. Het bankje bestaat uit twee wangen waar het front en de bovenzijde aanvast zijn gespijkerd. Windhoutzaagmolensporen op de achterzijde van het eiken front. Op het front staan links en rechts twee initialen, resp. PC en AP, met daar tussen het jaartal 1718. Daaronder schildjes met Bijbelse scènes. Links is een put afgebeeld met Christus en een vrouw met een kruik. Waarschijnlijk illustreert deze scene een passage uit het evangelie van Johannes waarbij Jezus, geheel tegen de gebruiken in, bij een waterput in gesprek raakt met een ongelovige, Samaritaanse vrouw (Johannes 4: 1-30). Rechts zijn twee personen afgebeeld die een stok over hun schouder dragen waaraan in het midden druiven hangen. Waarschijnlijk gaat het hier om twee van de 12 verspieders die van Kanaän bij Mozes terug komen, afgeladen met druiven (Numeri 13:1-33; 14:1-38). De lat onderlangs het front is 20e-eeuws. Het bankje is in de olie gezet en bijgespijkerd met draadnagels.