Datering
Maker Klaas Dijkstra

Plaquette met voorstelling van een landschap met boerderij en molen.

Plaquette. Gedreven en gegraveerde voorstelling van een landschap met brug, boerderij en molen. De lijst ontbreekt. De bovenzijde is afgezaagd.
In 1914 startte koperslager Klaas Dijkstra (1895-1969) in zijn ouderlijk huis in de Kloosterdwarsstraat een eigen atelier. Hij had zijn ervaring opgedaan bij de bekende zilversmid Thijs de Haas. Het bedrijf groeide snel en het personeelsbestand groeide naar 22 personen waaronder zijn broers, zuster en vader. Een belangrijke klant was Douwe Egberts, die producten van Dijkstra aanbood voor koffie- en theepunten. Deze voorwerpen werden gemerkt als “Friesche Koper Kunst” waardoor zij te onderscheiden waren van de in opdracht vervaardigde stukken. In 1929 kelderde de economie en daarmee de vraag naar koperen luxe-artikelen. Ook Douwe Egberts nam geen producten meer af. Klaas verliet het bedrijf en zijn broers Piet (1896-1966)en Sander (1901-1940) Dijkstra namen in 1937 het afgeslankte bedrijf over. Zij merkten hun voorwerpen met het merk “P&S Dijkstra” Na de dood van Sander in 1940 ging Piet Dijkstra verder met de uit het eigen bedrijf afkomstige ciseleur Hendrik Ferwerda. In 1944 kwam Jan Dijkstra (1928-2005) in dienst bij zijn vader Piet. Later nam hij de zaak over. Jaarlijks werd er o.a. door hem een koperen koekepan gemaakt voor de Sneker Panschipper.

Identificatie
Titel
Plaquette met voorstelling van een landschap met boerderij en molen.
Objectnummer
FSM-1985-302
Objecttype
  • Plaquettes
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000004280
Over
Onderwerpen
  • Boerderijen
    Boerderijen zijn erven met gebouwen er op die in oorsprong bedoeld zijn om agrarische activiteiten te laten plaatsvinden. Als deze agrarische activiteiten niet meer plaatsvinden, wordt het erf met de gebouwen toch nog een boerderij genoemd. Soms wordt met boerderij alleen het hoofdgebouw bedoeld. De term boerderij wordt ook gebruikt om het agrarische bedrijf mee te duiden. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
  • Molens
    Een molen is een werktuig met uiteenlopende functies. Hij kan dienen tot het vervaardigen van meel, olie, verf enzovoorts, het zagen van hout tot het oppompen van water. Een molen kan worden aangedreven door de wind, water, elektriciteit, de spierkracht van mensen (handmolen, tredmolen) of dieren (rosmolen). (Wikipedia)
  • Bruggen
    Vaste of beweegbare verbinding voor het verkeer tussen twee punten die door water, een kloof, dal of lage weg van elkaar zijn gescheiden. Materiaal: hout, steen, ijzer, staal of gewapend beton.Houten bruggen zijn vast of beweegbaar. De vaste bruggen bestaan uit een op balken getimmerd en van leuningen voorzien plankier dat, naarmate de spanwijdte groter is, door meer jukken ondersteund wordt: balk- of liggerbrug. Om het mogelijk te maken dat een schip een dergelijke brug doorvaart zonder dat de mast gestreken hoeft te worden, werd er soms een (zie) oorgat in gemaakt.Ter bescherming tegen weersinvloeden, ook als defensiemiddel, werden bruggen soms overdekt (c. 1300 Doornik; 1333 Luzern, XVI Bern).Tot de beweegbare bruggen behoren:–#klap- of ophaalbrug. Hierbij is het dek, de val of klap, aan één zijde scharnierend opgehangen. De klap kan worden opgehaald en neergelaten. De oudste vorm is te vinden aan burcht- en vestingpoorten. De klap wordt met kettingen, die over katrollen lopen, van binnen uit de poort opgehaald en fungeert dan tegelijk als afsluiting van de poortopening. Bij een latere vorm die zowel aan poorten als vrijstaand voorkomt, hangt de klap met kettingen aan de uiteinden van sprieten, die op de poortmuur of op een (zie) hameipoort liggen en aan de andere zijde verbonden zijn door een tegenwicht. Het geheel ligt in balans.–#draaibrug. Deze draait horizontaal. Het draaipunt ligt op ongeveer een derde van de lengte van de brug. De achterzijde is ook hier verzwaard. –#rolbrug. Deze wordt op rollen horizontaal over de opening geschoven.Bij stenen bruggen wordt het wegdek gedragen door één of meer bogen. De Romeinen waren de eersten die booggewelven voor bruggenbouw gebruikten. Bij (zie) aquaducten komen overspanningen voor tot c. 30 m. Uit 1185 dateert de brug van Avignon, die ellipsbogen heeft. Hier en elders gaf men de pijlers aan de zijde van waar het water komt een wigvormige uitbouw om de stroom te breken. Sinds XIII krijgen de bogen soms de spitse vorm, vooral in Spanje en Zuid-Frankrijk (Moorse invloed). Later kwam de vorm van de korf- en de segmentboog. De middelste boog is vaak breder dan de andere en de bogen klimmen, zodat het brugdek naar het midden stijgt. De rondbogige doorgang blijft door alle tijden toegepast. In een boog aan een van de oeverzijden bracht men wel eens schepraderen aan om een molen te drijven. Op de brug is soms een kapelletje voor de schutspatroon, elders een beeld van de ‘bruggenheilige’ Johannes Nepomuk (die in 1393 in Praag van de Karelsbrug in de Moldau werd geworpen). In het m.e. gesloten stadsbeeld past de brug die met (deels over het water hangende) huizen is bebouwd: Ponte Vecchio te Florence, Rialto-brug te Venetië, Pont au Change en Pont Notre Dame in Parijs, High Bridge te Lincoln.Bij sommige kastelen in Utrecht treft men in XVII een brug aan met een loopvlak boven en onder, (zie) Utrechtse brug.De defensie van een belangrijke rivierovergang bestond uit de plaatsing van een toren met poortdoorgangen op de bruggenhoofden of midden op de brug. Aan de veldzijde werd een (zie) barbacane voorgeschoven. Voorb.: Cahors (1308), Loirebrug bij Tours, Donaubrug te Regensburg (c. 1140). De Maasbrug te Maastricht had oorspr. op elk hoofd een vierkante toren en haar meest oostelijke boog was tot 1827 van hout, dus makkelijk te verwijderen. Het stadsbeeld van vele steden in de Nederlanden wordt bepaald door de stenen boogbruggen: Alkmaar, Amsterdam, Brugge, Delft, Leeuwarden, Leiden, Utrecht. De beperkte doorvaartmogelijkheid maakte soms een afwisseling met ophaalbruggen nodig.De brug kan ook opgehangen worden aan kabels of kettingen aan twee hoofdjukken aan de uiteinden, hangbrug. Sedert XXb wordt van deze techniek veelvuldig gebruik gemaakt voor grote verkeersbruggen in staal en beton.De Iron Bridge bij Coalbrookdale in Engeland (1779) was de eerste boogbrug die in ijzer werd geconstrueerd. Sedertdien zijn talrijke bruggen in giet- en smeedijzer, staal en in gewapend beton gebouwd. Hieronder behoren basculebruggen (met een tegengewicht aan de achterzijde van de klap) en hefbruggen, waarbij het brugdek tussen vier torens omhoog wordt gehesen.Niet geheel aan de definitie die aan het begin is gegeven, voldoet de (zie) luchtbrug, een verbinding tussen de verdieping van twee afzonderlijke gebouwen of vleugels. Voorb.: overdekte gang tussen slot en Hofkirche te Dresden (XVIII), de Brug der Zuchten tussen het Dogenpaleis en de naastgelegen gevangenis te Venetië. (Haslinghuis)
Werk
Breedte
cm
Hoogte
16.0 cm
Lengte
28.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Klaas Dijkstra
Datering
Materiaal
  • Koper
    Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Cu en het atoomnummer 29; het is roodachtig van kleur en is zeer smeedbaar en kneedbaar. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het woirdt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verschillende voorwerpen en materialen te maken. (Toegepaste Kunst Project, RKD)
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden