Datering
Maker Arent Nijland

Dr. A. Nijland - aquarel met afbeelding van de Bothniakade te Sneek.

Aquarel. Voorstelling van het afgraven van het Bolwerk te Sneek en de aanleg van de Bothniakade. Drie mannen zijn met houweel en spade bezig modder in een kruiwagen te scheppen, die over planken vervoerd wordt naar een tjalkschip. Op de achtergrond is de draaibrug van de Jousterkade te zien en voorts de houtzaagmolen De Ooster aan het Zomerrak en het hellinghuis van Asselman.
Het bolwerk van de Bothniakade is in 1878 afgegraven en de kade is in 1879 aangelegd.
Dr. Arent Nijland, geboren 4 december 1842 te Stad Delden, Overleden te Sneek op 15 januari 1902. Hij werd in 1871 benoemd tot leraar Wiskunde, Natuurkunde en Werktuigbouw aan de H.B.S. te Sneek (Sneeker Courand 20 sep. 1871). Zijn wijze van lesgeven was niet onomstreden, getuige de ingezonden stukken daarover in de Sneeker Courant van 5 en 12 aug. 1874. In 1893 werd hij eervol ontslagen (Sneeker Courant 11 okt. 1893). Nijland bleef wonen in Sneek. Vele malen gaf hij (volks)lezingen voor het Natuurkundig Genootschap Sneek (1871 tot 1901). Voorts werd hij in 1889 voorzitter van de Floraliavereniging. Hij overleed in januari 1902 (overlijdensbericht in de Sneeker Courant van 18 jan. 1902).

Identificatie
Titel
Dr. A. Nijland - aquarel met afbeelding van de Bothniakade te Sneek.
Objectnummer
FSM-1986-069
Objecttype
  • Aquarellen
    Schildering gemaakt met in water gesuspendeerd pigment dat met een penseel is aangebracht op een gewoonlijk papieren drager.
  • Schilderijen
    Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten.Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten. (AAT-Ned)
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000014092
Over
Onderwerpen
  • Tjalken
    Nederlands, rondgebouwd, gestrekt vrachtschip met volle boegen, vlakke bodem en geringe diepgang. Vaargebied: binnenwateren, beperkte kustvaart.Originally Dutch round-built, stretched cargo ship with full bows, strongly curved bilges, flat bottom and shallow draught. Intended for transportation of goods by inland waterways and sometimes coastal navigation. (AAT)Dutch, round-built, stretched cargo ship with full bows, flat bottom and shallow draft. Sailing area: inland waters, limited coastal navigation.Van origine Nederlands rondgebouwd, gestrekt vrachtscheepje met volle boegen, sterk gekromde kimmen, vlakke bodem en geringe diepgang. Bestemd voor het vervoer van goederen door binnenwateren en soms kustvaart. (AAT)
  • Houtzaagmolens
    De houtzaagmolens worden onderscheiden in paltrokken en bovenkruiers. Aan de hand van hetgeen ze zagen, kunnen ze verder ingedeeld worden naar wagenschot-, balken-, sommer- of lattenzagers. (Molenwoordenboek G.J. Pouw)
  • Bothniakade
  • Sneek
Werk
Breedte
48.0 cm
Hoogte
cm
Lengte
58.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Arent Nijland
Datering
Materiaal
  • Papier
    Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro. (Project Fotografie)Refers generally to all types of thin matted or felted sheets or webs of fiber formed and dried on a fine screen from a pulpy water suspension. The fibers may be animal, such as hair, silk or wool, or mineral, such as asbestos, or synthetic. However most paper is made from cellulosic plant fiber, such as from wood pulp, grass, cotton, linen, and straw.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden