Datering
Maker Carel Frederik (I) Bendorp

Lijst waarin vier gravures van IJlst.

Lijst waarin vier gravures van IJlst. De gravures zijn gevat in passe-partouts. Naast elkaar gerangschikt in de lijst. Gravure 1; links en rechts staan huisjes en bomen afgebeeld. Op de voorgrond een roeiboot, waarin drie mannen. Links op de voorgrond een bootje dat aan de wal ligt afgemeerd. Op de wal liggen stapels hout. Een man loopt met een stuk hout links het beeldvlak uit. Op de achtergrond twee beurtscheepjes en een ophaalbrug. Onder de voorstelling staat: "IJlst naar de zyl te zien." Gravure 2; rechts in de voorstelling een huizenrij. Links een bomenrij. In het midden een pad dat de diepte in loopt. Op het pad een meisje en een man. De man groet een groepje van drie dames rechts in de voorstelling. Eén van de dames staat in een deuropening, twee anderen staan op de stoep voor het pand. Onder de afbeelding staat: "'t Stadhuis en waag te IJlst." Gravure 3; links en rechts zijn huizen en bomen afgebeeld. Op de voorgrond links twee mannen die bij een brugleuning staan. Een jongetje staat voor de beide mannen. Een hond loopt naar rechts. Het vaarwater is in het midden van de voorstelling. Twee scheepjes varen en links en rechts liggen scheepjes afgemeerd. Onder de voorstelling: "IJlst van de zyl te zien." Gravure 4; Rechts huizen en bomen. Een vrouw staat rechts op de voorgrnd in de deuropening. Een man zit op een bankje voor het huis. In het midden van de voorstelling een meisje. Verder op de achtergrond een vrouw en kind die naar de beschouwer toe lopen. Links een vrouw die voorover buigt en lakens, kleden in het gras neerlegt te drogen. Links een gracht met aan de linkerzijde nog meer bomen en huizen. Onder de voorstelling: "IJlst naar het stadhuis te zien." Op de achterzijde van de lijst is een etiket aangebracht waarop; "Aangeboden door de: / N.V. Slijpsteenindustrie "De Maas" / Cuijk / (depot Groningen) / t.g.v. Uw 100 jarig jubileum 14 Mei 1965."
De gravure is afkomstig uit de 'Vaderlandsche Gezichten', gegraveerd door C.F. Bendorp naar tekeningen van J. Bulthuis. Carel Frederik Bendorp de oude. Geboren Sas van Gent 9 febr. 1736, overleden Dordrecht 3 oct. 1814. Tot 1769 maakte hij voornamelijk etsen en gravures. Ging zich daarna meer toeleggen op het schilderen van stadsgezichten. Jan Bulthuis. Geboren Groningen 30 dec. 1750, overleden Amsterdam 29 mei 1801. Schilderde aanvankelijk kamerbehangsels, legde zich later toe op het tekenen in Oostindische inkt van stads- en dorpsgezichten. De gravures zijn afkomstig uit de bedrijfscollectie van de firma J. Nooitgedagt te IJlst. Jan Nooitgedagt (1840-1920) was de grondlegger van de schaatsen- en gereedschapfabriek Nooitgedagt te IJlst. In 1865 kocht hij een smederij en begon daar schaatsen en schaven te maken. De vier zonen van Nooitgedagt werkten ook in het bedrijf: Jarig (1866-1942), Aldert (1871-1929), Tymen (1873-1957) en Jentje (1878-1935). Tegen het einde van de 19de eeuw gingen de zaken goed. In 1893 werd een nieuwe fabriek gebouwd. In 1900 had Nooitgedagt circa 50 man personeel in dienst. De vier zonen maakten studiereizen naar Frankrijk, Engeland en Zweden om op de hoogte te blijven van de nieuwste materialen en productietechnieken. Rond 1900 trad vader Jan uit het bedrijf en namen de vier zonen het bedrijf over. Zij bleven voornamelijk schaatsen en gereedschappen maken. Rond 1935 namen twee kleinzonen van Jan Nooitgedagt het bedrijf over: Jan Jarigs (1893-1945), Jan Alderts (1897-1982). In 1945 kwam Tjitte Jentjes (1917-1988) op de afdeling hout. In 1950 kwamen Jarich Jans (geboren 1922) op de afdeling kantoor en Aldert Jans (geboren 1926) op de afdeling metaal. In 1965 werd de productie van schaatsen gestopt. In 1972 stopte de prodcutie van houten speelgoed. De productie van de steekbeitel werd toen sterkt opgevoerd. Begin jaren negentig kreeg het familiebedrijf een forse klap te verwerken; de grote Zweedse afnemer kocht een beitelfabriek op en zegde het contract met Nooitgedagt op. In 1991 werd er nog een nieuw fabriekspand geopend. Het bedrijf legde zich volledig toe op de metaalproductie. Wybrand Jan Attema, achterkleinzoon van de oprichter Jan Nooitgedagt, ging rond 1995 met pensioen. Er was in de familie geen opvolger. Het bedrijf werd verkocht aan Record Holding te Sheffield. De verwachting dat dit bedrijf de metaalproductie van Sheffield naar IJlst zou verplaatsen, kwam niet uit. Record werd overgenomen door de American Tool Company en dat werd weer ingelijfd in Newell Rubbermaid. IJlst raakte uit beeld. In 2003 sloot de fabriek.
Literatuur: - Ds, J.J. Kalma, Friese Vaderlandsche gezichten, (Leeuwarden 1968), p. 75.

Identificatie
Titel
Lijst waarin vier gravures van IJlst.
Objectnummer
FSM-2004-057
Objecttype
  • Gravures
    Afdruk (diepdruk) van een metalen plaat waarin met een burijn een voorstelling is gestoken. Onder druk verschijnt de ingepoetste inkt in de verdiepte lijnen als een voorstelling op het papier. Een gravure kan zijn ingekleurd nadat deze is gedrukt.
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000019271
Over
Onderwerpen
  • IJlst
Werk
Breedte
62.4 cm
Lengte
19.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Carel Frederik (I) Bendorp
Datering
Materiaal
  • Notenhout
    Notenhout is hout van de notenboom. Het hout is fraai gevlamd, paarsig bruin, vast en duurzaam en niet te hard. Daarom is dit hout geschikt voor snij- en beeldhouwwerk en meubels. Notenhout komt voor een deel uit Nederland, maar het meeste wordt ingevoerd uit Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten. Vooral de 'wolkige' wortelnoten van de worteldelen was zeer geliefd voor fineer. (Haslinghuis)Walnut is wood from the walnut tree. The wood is beautifully flamed, purplish brown, solid and durable and not too hard. Therefore, this wood is suitable for carving, sculpture and furniture. Some walnut wood comes from the Netherlands, but most is imported from France, Italy and the United States. Especially the 'woolly' root walnut from root parts was very popular for veneer (Haslinghuis).
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Papier
    Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro. (Project Fotografie)Refers generally to all types of thin matted or felted sheets or webs of fiber formed and dried on a fine screen from a pulpy water suspension. The fibers may be animal, such as hair, silk or wool, or mineral, such as asbestos, or synthetic. However most paper is made from cellulosic plant fiber, such as from wood pulp, grass, cotton, linen, and straw.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden