Datering
Maker H. Pander & zonen

Sleutelstuk afkomstig uit het kantoor van het filiaal Den Haag van houthandel Wed. W.J. Oppedijk.

Sleutelstuk. Hout.
De betimmering is afkomstig uit het filiaal aan de Noordwal 63-66 te Den Haag van houthandel weduwe W.J. Oppedijk te IJlst. Het filiaal werd in 1901 ingericht en in 1981 opgeheven. Het werd gereconstrueerd in het museum. De invloed van de architect H.P. Berlage op de kantoorinrichting is onmiskenbaar. Of er een architect bij de inrichting betrokken is geweest is niet bekend. Mogelijk zou de Leeuwarder architect H.H. Kramer de ontwerper kunnen zijn. Hij was geparenteerd aan de familie Oppedijk en bouwde in 1894 een huis in IJlst voor Wilhelm Carstens, firmant van de houthandel.
literatuur: - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1981, pp. 21-22

Identificatie
Titel
Sleutelstuk afkomstig uit het kantoor van het filiaal Den Haag van houthandel Wed. W.J. Oppedijk.
Objectnummer
FSM-1981-378-B
Objecttype
  • Sleutelstukken
    Een sleutelstuk of slof is een langwerpig plat stuk hout, dat ter ondersteuning onder de kop van een balk is aangebracht. Een sleutelstuk komt vaak voor onder een draagbalk, waarvan de kop in een stenen muur zit. Onder invloed van vocht is deze kop vaak verzwakt. Door een sleutelstuk aan te brengen behoeft niet de gehele balk vernieuwd te worden. In molens met een stenen romp zitten vaak aan de westzijde onder de balkenkoppen sleutelstukken. (Wikipedia)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000024036
Over
Onderwerpen
  • Houthandelaren
  • IJlst
  • Den Haag
  • Neostijlen
    Neostijlen zijn bouwstijlen waarin wordt teruggegrepen op de oude architectuur van de gotiek, de renaissance en de barok. Men spreekt ook van revivalarchitectuur. Het tijdperk van de neostijlen brak aan na ca. 1815. Naar believen werden elementen uit de oude architectuur toegepast, soms zelfs gecombineerd in een enkel gebouw (dit was vooral het geval bij het zogenaamde eclecticisme).
  • Jugendstil
    Art Nouveau is een architectuurstijl die na 1890 ontstond en slechts tot enkele jaren na 1900 van belang was. Kenmerkend voor de Art Nouveau bouwkunst is het laten zien van constructieve elementen, echter op zo'n manier dat zij als versiering dienen. Giet-, smeedijzer en glas spelen een belangrijke rol. Kenmerkend zijn de asymmetrie en de toepassing van grote bogen en versiering met majolicategels, zowel binnen als buiten. Grote plasticiteit van gevels werd bereikt door gebruik van loggia's, erkers en torentjes. De stijl werd voornamelijk toegepast op winkels, apotheken, verzekeringskantoren en warenhuizen.Jugendstil is een architectuurstijl die werd toegepast tussen 1890 en 1914 en zijn naam te danken heeft aan het Duitse blad 'die Jugend'. Jugendstil is afkomstig uit Duitsland en Oostenrijk en is verwant aan de Art Nouveau, het verschil met Art Nouveau is dat de Jugendstil vaak strenger en hoekiger is. (Wikipedia)Art Nouveau is a style of architecture that emerged after 1890 and was significant only until a few years after 1900. Characteristic of Art Nouveau architecture is the display of constructive elements, however, in such a way that they serve as decoration. Cast, wrought iron and glass play an important role. Characteristic features are asymmetry and the use of large arches and decoration with majolica tiles, both inside and outside. Great plasticity of facades was achieved through the use of loggias, bay windows and turrets. The style was mainly applied to stores, pharmacies, insurance offices and department stores.Art Nouveau is an architectural style that was used between 1890 and 1914 and gets its name from the German magazine 'die Jugend. Jugendstil originated in Germany and Austria and is related to Art Nouveau, the difference with Art Nouveau is that Jugendstil is often more severe and angular. (Wikipedia)
Vervaardiging
Maker
  1. H. Pander & zonen
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden