Datering
Maker Onbekend
Passerdoos, gebruikt door A. de Boer te Lemmer.
Passerdoos. Hout, Bovenzijde en zijden bekleed met leer, onderzijde bekleed met papier. Binnenzijde gevoerd met stof. In de binnenzijde uitsparingen voor de verschillende onderdelen. De doos is compleet, alle passers en de verschillende opzetstukken zijn aanwezig. Passers van een roestvast materiaal, staal en twee trekpennen: één met houten en één met kunsstof steel. Hierin bovendien een smalle kroontjespen met oranje, kunsstof steel en met twee reserve pennen. In het deksel het opschrift: 'Servaas Teekenhandel / Diefsteeg 15, Leiden'. de doos opent doormiddel van een lange pen die uit de zijkant getrokken wordt. In gesloten toestand steekt de pen door een oogje aan het deksel.
De passers zijn gebruikt door Arie de Boer uit Lemmer, mogelijk al door zijn vader Dirk de Boer. Arie was de laatste De Boer op de scheepswerf die in 1874 was opgezet door zijn opa Pier de Boer. De werf is bekend om haar Lemsteraken. Doos A is vermoedelijk ouder dan B maar de passers functioneren nog goed. mogelijk waren beide dozen bij verschillende leden van de familie de Boer in gebruik.
De grondlegger van de werf was Pier Klazes de Boer (geboren 27-09-1837 te Woudsend – overleden 23-04-1904 te Woudsend). In 1865 trouwt hij met Sytske de Jong. Wanneer zij overlijdt, verhuist Pier de Boer naar Lemmer, waar hij in 1867 opnieuw trouwt met Sjoerdtje Harmens Visser. Zij krijgen samen in totaal 12 kinderen: Grietje, Harmen, Geertje, Trijntje, Klaas, Teetze, Dirk, Jelte, Maria, Froukje, Jelle en Hendrik.
In 1874 zet Pier de Boer in Lemmer een scheepshelling op, samen met Thijs van der Vaart, die echter al snel weer vertrekt. In 1876 begint de werf goed te draaien, ook mede dankzij de opkomst van de Zuiderzeevisserij. Op de werf werden dan ook veel vissersschepen gebouwd. De werf is ook bekend geworden om zijn Lemsteraken. Op de werf zijn in totaal zo om en nabij de 250 aken gebouwd. In de lijst met geleverde vaartuigen komen we overigens naast de aken nog veel meer scheepstypen tegen, waaronder tjalken, klippers, vletten, bokken, sloepen, schouwen, pramen, punters, spitsen, mosselkotters.
Al vroeg, in 1899, worden er op de werf ijzeren schepen vervaardigd. In 1901 wordt naast de oude helling speciaal een werf gebouwd, waar ijzeren schepen worden gemaakt. De ijzeren schepen werden gemaakt aan de hand van tekeningen, wat voorheen niet het geval was. Zoon Dirk de Boer ging speciaal op tekenles in Papendrecht om zich in het vak van scheepstekenaar te bekwamen. Lang op les is Dirk niet geweest; hij kon op de werf niet worden gemist. Later was het Hendrik die zich aan de tekenlessen waagde en wel in Leidschendam bij zijn zwager Johannes Meijer. Hendrik bleek een succesvol scheepstekenaar te zijn.
In 1901 wordt Pier door zijn vier zonen, Hendrik, Harmen, Dirk en Klaas, uitgekocht. In 1904 overlijdt Pier de Boer. Na de Eerste Wereldoorlog gaat het in de scheepsbouw allemaal wat minder en dat wordt ook op de werf in Lemmer gevoeld. Hendrik, Harmen en Klaas verlaten in 1925 de werf. Dirk blijft alleen over op de werf, samen met zijn zoon Arie de Boer.
Arie de Boer was de laatste eigenaar. Omdat hij geen opvolger heeft om de werf over te nemen, verkoopt hij in 1960 de helling aan de firma Hilbrand Poppen uit Winsum. De firma Poppen houdt het tot 2000 nog in Lemmer uit tot de werf vanwege de strenge milieuweteisen de deuren moet sluiten.
Reacties