Datering

Buffetkast

Deze buffetkast is gemaakt in Zeeland, daarom wordt het ook wel een Zeeuwse kast genoemd. Buffet komt uit het Frans en betekent ‘schenktafel’. Tegenwoordig kennen we nog steeds buffetten: een tafel waarop voedsel staat en je zelf het eten kan opscheppen. Een buffetkast wordt gebruikt om het servies (borden, schotels, drinkglazen) in op te bergen. Daarnaast werden dit soort kasten gebruikt om textiel, zoals linnengoed (tafelkleden en servetten), in op te bergen. Linnengoed was erg kostbaar in de zeventiende eeuw. Op elke deur van deze kast zit dan ook een slot. De vrouw des huizes (vrouw die aan het hoofd van een gezin staat) was de enigste die de sleutel kreeg. Hierdoor had ze veel macht in huis. Dit verbaasden soms buitenlandse bezoekers, die niet gewend waren aan de ondernemendheid van Hollandse huisvrouwen. Op schilderijen uit deze tijd staat een vrouw met sleutel of sleutelbos symbool voor haar huishoudelijke taken én machtspositie.

Identificatie
Titel
Buffetkast
Objectnummer
C1952-002
Objectcategorie
meubilair
Objecttype
  • opslagmeubel
  • kast
    Bergplaats, meestal afgesloten met een of meer deuren, losstaand of ingebouwd. (Haslinghuis)Meubelstuk om alle mogelijke zaken in op te bergen. Staat veelal op poten of een voetlijst, heeft een of meer deuren en aan de binnenzijde legplanken, laden of een kledingrek. Kasten in kerken en kloosters kunnen deel uitmaken van de kerk- of klooster-geschiedenis, vanwege functie en gebruik. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • buffetkast
    Verwijst naar meubelstukken voor een eetkamer met vakken of schappen voor het uitstallen van tafelservies alsmede een oppervlak voor het opdienen of bereiden van voedsel. De term is reeds sinds de 16de eeuw in gebruik, en er is sprake van overlap met de betekenis van 'dressoirs (meubilair)' en 'keukenkasten (wandkasten)'. (AAT-Ned)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/srm-collect-10000024
Werk
Breedte
181.00 cm
Hoogte
122.00 cm
Diepte
60.00 cm
Museum
Stg Rijksmuseum Muiderslot
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden

Trefwoorden