Datering

Toogslede in de vorm van een VOC-schip

In het West-Fries is met een toogslede op pad gaan een werkwoord geworden: ‘togen’. Met de hele familie gingen de eigenaren als het kon het ijs op over de vele grachten en vaarten van de stad. Als men kon, maakte men zeker ook tochten over het Krabbersgat. De nog iets hogere rood-bruine toogslede is slank van snit en verwijst met zijn hoge achterkant naar de VOC-schepen die vanuit Enkhuizen en Hoorn de wereldzeeën bevoeren. Zou ‘opgetogen’ wellicht zijn ontstaan uit het West-Friese woord ‘toog’ – de slede – en het bijbehorende werkwoord ‘togen’?

Gedetailleerde beschrijving

Toogslede aan de buitenzijde bruin gehout en aan de binnenzijde rood geverfd. De stijlen van de achterwand lopen door tot in de rechte gedraaide duwboom. De duwboom is donkerbruin, transparant geverfd (de nerf blijft zichtbaar. De zijwanden lopen aan de voorzijde iets naar elkaar toe. het voorbord is aan de bovenzijde voorzien van met ronde bogen uitgezaagd houtbeslag. Ook halverwege het voorbord zit zulk beslag. Het achterbord is aan de buitenzijde aan de bovenkant voorzien van snijwerk met bloem- en bladmotieven. Ook op het achterbord weer het in ronde bogen uitgezaagde houtbeslag. De drager van de bodem is eveneens met ronde bogen versierd. Op de zijwanden zitten aan de voor- en achterzijde regels die trapsgewijs aflopen.

Identificatie
Titel
Toogslede in de vorm van een VOC-schip
Objectnummer
001928
Objectcategorie
Voertuigen
Objecttype
  • slee
    Het rollend balkgebint in een houtzaagmolen waarop de boomstam door de zaagraam geleid wordt. Bestaande uit: twee langsliggers met daaronder een tandheugel, voor- en achterhoofd, polbalk met daarin bevestigd de polstukken.
  • duwslee
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/zzm-collect-14626
Werk
Breedte
65.0 cm
Hoogte
93.0 cm
Lengte
110.0 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • vurenhout
    Het Nederlandse woord vuren is de genormeerde naam voor het hout van de fijnspar (Picea abies). Het wordt dan vurenhout genoemd. In Nederland is vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort, en daarmee de meest gebruikte houtsoort. Het is niet alleen makkelijk te bewerken maar ook relatief goedkoop
  • verf
    Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof. (AAT-Ned)
Techniek
  • Houtsnijwerk
    Houtsnijwerk is hout, dat bewerkt is met een stuk snijdgereedschap, waardoor het een bepaalde vorm krijgt. Dit wordt dan op bijvoorbeeld klokken of meubilair aangebracht om het er mooier uit te laten zien. Vroeger was dit het ambacht van de houtsnijder en de beeldsnijder, tegenwoordig wordt het vaak machinaal met een freesmachine aangebracht. (Wikipedia)
Aankoop & Licentie
Verworven
aankoop 12 mei 1950
Licentie
BY-SA
Locaties
  • Amsterdam
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen