Datering
Gromloods
Vanaf 1920 gebruikte men de loods voor het schoonmaken en pekelen van vis, die daarna in de hangen achter de loods werd gerookt. Grommen is het verwijderen van het grom, de ingewanden van de vis. Vandaar de naam gromloods. Voor 1920 diende dit pand als stal voor het paard van de tegenoverliggende werf. Daar werden botters gebouwd en gerepareerd. Deze werden met behulp van het paard op de helling getrokken. In 1910 schakelde men over op het gebruik van een lier. Naast de gromloods staat een mothok, waarin houtmot werd opgeslagen. Dat is zaagsel waarmee het vuur in de visrokerij werd gesmoord.
Gedetailleerde beschrijving
Begane grond: de gehele ruimte gebruikt voor de visverwerking; verdieping: berging. oorspronkelijk paardestal voor het hellingpaard van de werf aan de overkant van de Havenstraat, tot ca. 1920 (de paarden werden daarna vervangen door een lier) eigenaar was dhr. Hakvoort, daarna in gebruik als gromloods, eigenaren o.a. Otegem en (de laatste 20 jaar) De Boer. Gromloods of visschoonmaakhuis: het grom is de ingewanden van de vis. Het grom werd verwijderd en de vis verder schoongemaakt, waarna de vis gerookt werd voor een langere houdbaarheid en betere smaak. Een rokerij van dezelfde firma bevond zich achter de gromloods.
Reacties