Datering
Woonhuis Zuideinde
Symon van Altena huurde in 1906 een woning aan het Zuideinde, nadat zijn houten huis op Marken was afgebrand. Tot in de Eerste Wereldoorlog voer hij op een Noordzeelogger. Daarna is hij visventer geworden. Hij verkocht vis op markten in Gouda, Deventer en Leiden. Hij bleef dan meestal een week weg. Zijn vrouw bestelde de handel en maakte de manden met vis klaar voor de volgende week. Het venten van vis leverde niet genoeg op om van te bestaan. Daarom werkte zijn vrouw ook in een rokerij. Omdat zij de hele week van huis was, moest zij ‘s zondags de was doen. Met tobbe en wasbord was dat een heel karwei.
Gedetailleerde beschrijving
(gang tot achtergevel langs voorkamer en achterkamer, vaste trap vanuit gang naar zolder waar voor en achter slaapkamer) buiten aan achterdeur portiek met stenen plee. Dit was oorspronkelijk laatste van rijtje van vijf woninkjes onder een dak. In 1932 is dit pandje door fam. Van Altena ingrijpend verbouwd: het werd naar achter verlengd en voorzien van smalle mansardekap, met moderne voor- en achtergevels. Op het achtererf stond een vrij grote schuur waar alle werkzaamheden voor de visventerij plaats vonden, maar ook als kookgelegenheid, waardoor in de woning geen behoefte aan een keuken was (deze schuur was in 1976 al lang verdwenen en er zijn weinig nadere gegevens: op het buitenmuseum was het erf juist hier te kort om een schuur te reconstrueren). Het interieur was grotendeels recent gemoderniseerd maar viel nog wel te reconstrueren.
Reacties