Datering
Woonhuis Zuideinde
Toen Willem Kleisen omstreeks 1917 met zijn gezin op nummer 69 kwam wonen, was de huur 75 cent per week. Kleisen was visventer. Per stoomtram ging hij iedere dag naar Amsterdam met zijn manden gevuld met aal, sprot en bokking. De vismanden werden in een aparte wagon vervoerd. De vis kocht hij bij de rokerij van Jaap Bos. Thuis werd die gesorteerd en verpakt, niet per gewicht, maar per bosje. Drie dikke of dunne palingen werden met een draadje bij elkaar gebonden. Bij dit werk hielpen de kinderen mee. Kleisen werkte daarnaast in de visafslag en zijn vrouw werkte ‘s avonds in een rokerij. Na de lagere school gingen de kinderen ook werken; in de rokerij of in betrekking.
Gedetailleerde beschrijving
Gang, voorkamer (met bedschot) en achterkamer zolder verruimd met dakkapel. Dit pandje leende zich het best om een woning van het Zuideinde in oorspronkelijke staat te herbouwen. Daarom zijn hier b.v. de voor en achterdeuren gereconstrueerd als boven- en onderdeuren zoals de hele rij die ooit gehad bleken te hebben, maar die alle verdwenen waren. Ook het raam in de achtergevel is verder naar bouwsporen teruggereconstrueerd dan bij de andere gebruikelijk. De schoorsteen voor op het dak is nog niet hiermee in overeenstemming, zoals uit later gevonden oude foto bleek deze had eenzelfde soort afdekking met dakvorsten, als wel op de achterschoorstenen is toegepast. Het interieur is t.b.v. expositie over het Zuideinde grotendeels in de oude staat gebracht, echter vanwege doorloop naar buurkamer is het bedschot nog niet aangebracht maar is de indeling wel in het schilderwerk met de originele kleuren aangegeven. Het achterhuis is nog niet gerestaureerd en voor het publiek gesloten. Het interieur was vrijwel geheel verdwenen en gangmuur gesloopt. Ingrijpende vernieuwing kap schijnt ca. 1930 plaatsgevonden, mogelijk gelijk de keukenruimte vergroot tot achterkamer en keuken buiten aangebouwd, dit kan ook veel later zijn (aangetroffen aanbouwsels waren alle na 1945 en zijn niet herbouwd).
Reacties