Datering
Maker Evert Hansen Koetsier
Tegeltableau met voorstelling van een smakschip.
Tegeltableau. 4x3 tegels. Voorstelling in paars en wit van een smakschip, schuin van achteren gezien, zeilend met bezaan, grootzeil, fok, binnenkluiver en twee ra-topzeilen over stuurboord. Op de achtergrond een duinenkust met vuurtoren.
Kenmerkend voor Evert Hansen Koetsier (1769- Harlingen 24 augustus 1816) is de wijze waarop de (gespleten) wimpels zijn geschilderd: de arcering is om en om (van de onderkant naar de bovenkant en daarna van de bovenkant naar de onderkant); vaak zijn aan de horizon enkele duinen te zien; de vliegende vogels zijn dichtbij duidelijk weergegeven en naar de achtergrond worden ze tot een kronkeltje. Er zijn aanwijzingen dat Evert Hansen Koetsier de opvolger is van Meindert Jans Vogelzand. Er zijn veel overeenkomsten in stijl (wolken en golven). Paarse tableaus werden in Friesland weinig gemaakt. Evert Hansen Koetsier was werkzaam in de gleibakkerij Buiten de Kerkpoort te Harlingen, eigenaren Jacob Tjallingii van 1789 tot 1794, Jan van der Veen van 1794 tot 1815 en Meile van der Plaats van 1815 tot ca. 1849.
Bij de Kerkpoort werd een grote bloeiende tegelfabriek opgestart door ene Theunis Clasen Sybeda. In 1750 kocht Johannes Laases Spannenburg (1721 - 1804) de zaak. Hij bouwde een nieuwe oven en bracht de fabriek tot grote bloei. Een aanbod om de zaak te verkopen voor 16.000 gulden sloeg hij af. In 1785 gaat hij samenwerken met o.a. Frans Tjallingii. In 1789 veilt J. L. Spannenburg, doch de verkoop gaat niet door en hij doet het bedrijf over aan zijn schoonzoon Jacobus Tjallingii, die gehuwd was met Phylippina Spanneburg, een dochter van J. L. Spannenburg. Eigenaren daarna werden o.a. Jan Lammerts van der Veen en Laas Tjebbes Spannenburg (1794), boekhandelaar Melle van der Plaats en A. F. Ruiter (koopman) (1815).
In 1850 verkocht Van de Plaats de fabriek aan Jan van Hulst. Diens zonen Jan en Sybren zetten de zaak voort. Zij hebben het in Harlingen het langst volgehouden, tot 1932. De crisisjaren noopten de familie Van Hulst te stoppen. Ze boden hun eeuwenoude archief, inclusief sponzen (sjablonen J.H.) aan aan het museum Princessehof te Leeuwarden. Die wilden het niet hebben. Zelfs de gemeente Harlingen wilde dit rijk historisch archief niet overnemen. Daarop besloot de familie Van Hulst alles te verbranden.
literatuur:
- Jan Pluis, Tegelvaart, pp. 33-34, nr. 63.
- Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1988, p. 23.
- Horst Menzel, Smakken, Kuffen, Galioten, Drei fast vergessene Schiffstypen des 18. und 19. Jahrhunderts (Hamburg, 1997).
- J. Pluis, Fries Aardewerk. Harlingen. Producten 1720-1933, deel VI, (Leiden 2005), p. 72-82.
Reacties