Datering
Maker Meindert Jans Vogelzang
Tegeltableau met voorstelling van een beurtschip en allegorieën.
Tegeltableau (4 x 4,5 tegels) met voorstelling in blauw en wit van een beurtschip, met op de voorgrond kooplieden en hun handelswaar. Voorts in drie cartouches spreuken inzake de handel en scheepvaart en het jaartal 1783. De teksten: - 'No. 1 / Hier twe Kooplieden / die Handele in Baalen en / Coffie Boonen en tee' - 'De Koophandel en Scheepvaart na het / Gemeen Verklaren is de bloeij van Neerlands Welvaaren / Anno 1783' - 'No. 2 / hier twee kooplieden die / handelen in binele Lanse waaren / waaren als in korven Aardapelen / en Vruit Korven'.
De voorstelling is gewijd aan de handel en de scheepvaart. Het tableau behoort tot de vroege werken van de Harlinger tegelschilder Meindert Jans Vogelzang (Harlingen, 10 oktober 1761- 14 maart 1819). Hij was werkzaam in de gleibakkerij Buiten de Kerkpoort te Harlingen, eigenaren Jacob Tjallingii van 1789 tot 1794, Jan van der Veen van 1794 tot 1815 en Meile van der Plaats van 1815 tot circa 1849. Meindert Jans Vogelzang wordt gezien als de opvolger van Pals Karsten. Vogelzang gebruikte na 1790 een meer grijs-blauwe kleur en dit tableau heeft nog de heldere blauwe kleur die ook Pals Karsten gebruikte. Vogelzang was ook iets minder nauwkeurig dan Pals Karsten: de golven lopen niet door onder de armen van de figuren, die bovendien enigszins onbeholpen zijn afgebeeld. Van Meindert Jans Vogelzang zijn 25 schepentableau's bekend.
Bij de Kerkpoort werd een grote bloeiende tegelfabriek opgestart door ene Theunis Clasen Sybeda. In 1750 kocht Johannes Laases Spannenburg (1721 - 1804) de zaak. Hij bouwde een nieuwe oven en bracht de fabriek tot grote bloei. Een aanbod om de zaak te verkopen voor 16.000 gulden sloeg hij af. In 1785 gaat hij samenwerken met o.a. Frans Tjallingii. In 1789 veilt J. L. Spannenburg, doch de verkoop gaat niet door en hij doet het bedrijf over aan zijn schoonzoon Jacobus Tjallingii, die gehuwd was met Phylippina Spanneburg, een dochter van J. L. Spannenburg. Eigenaren daarna werden o.a. Jan Lammerts van der Veen en Laas Tjebbes Spannenburg (1794), boekhandelaar Melle van der Plaats en A. F. Ruiter (koopman) (1815).
In 1850 verkocht Van de Plaats de fabriek aan Jan van Hulst. Diens zonen Jan en Sybren zetten de zaak voort. Zij hebben het in Harlingen het langst volgehouden, tot 1932. De crisisjaren noopten de familie Van Hulst te stoppen. Ze boden hun eeuwenoude archief, inclusief sponzen (sjablonen J.H.) aan aan het museum Princessehof te Leeuwarden. Die wilden het niet hebben. Zelfs de gemeente Harlingen wilde dit rijk historisch archief niet overnemen. Daarop besloot de familie Van Hulst alles te verbranden.
literatuur:
- Jan Pluis, Tegelvaart, pp. 20-24, nr. 42.
- Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1988, p. 23.
- J. Pluis, Fries Aardewerk. Harlingen. Producten 1720-1933, deel VI, (Leiden 2005), p. 54-71.
Reacties