Datering
Maker Onbekend
Scheepstrapje afkomstig uit Gaastmeer.
Scheepstrapje. Drie treden, waarvan de bovenste en de onderste met een ijzeren stang eronder zijn verstevigd. Aan de bovenkant te scharnierbare ijzeren beugels (hoekig) die om het boeisel kunnen worden gehaakt.
Scheepstrappetjes als deze werden wel gebruikt op palingaken. Deze is daar waarschijnlijk ook voor gemaakt, gezien de herkomst: scheepswerf Wildschut te Gaastmeer. De scheepstrap werd aangetroffen bij de afbraak van de schuur van de scheepswerf van Lourens Wildschut uit Gaastmeer. Wildschut emigreerde in 1953 naar Amerika en verkocht de werf aan de Hervormde Diakonie van Gaastmeer.
Tussen 1857 en 1953 hebben vier generaties van de familie Wildschut een scheepswerf gehad in Gaastmeer.
- Roelof Ages Wildschut (geboren Heeg 1800) en zijn vrouw Baukje Oosterwerf vestigden zich in 1857 vanuit Heeg in Gaastmeer. Hij was scheepstimmerman. Ze hadden vier kinderen: Trijntje, Lourens, Hendrik en Jetze.
- Lourens (geboren in Heeg in 1835, overleden in Gaastmeer in 1886) nam de werf van zijn vader over. Hij was getrouwd met Aukje Tjipke van Netten (overleden in 1908). Ze hadden vier dochters en vijf zoons (Roelof, Tjipke, Age, Jelle en Jetze). De werf bouwde voornamelijk houten vrachtschepen (Tjalken) en vissersschepen (vooral Staverse jollen).
- Roelof Wildschut (geboren 1866) nam de zaak over, samen met zijn broers. Eerst met broer Tjipke (geboren Gaastmeer 3 juli 1871, overleden Gaastmeer 25 mei 1901). Tjipke trouwde op 7 okt. 1893 met Sjoukje Jikke Dam (geboren Beets 15 nov. 1875 en overleden te Oudega 19 aug. 1897). Ze hadden twee kinderen: Harm (geboren te Oudega 19 jan. 1894) en Aukje (jong gestorven in 1896). Na de dood van Tjipke in 1901 zette Roelof de zaak voort met zijn drie andere broers. Rond 1900 werd overgegaaan op de bouw van ijzeren schepen. Maar de werf bood niet genoeg werk voor alle vier broers. In 1909 vestigde Roelof zich als boer in Wyckel, na onenigheid met zijn broers te hebben gehad.
De werf werd voortgezet door Jelle, Age en Jetze Wildschut. Maar zonder veel succes. De vraag naar schepen daalde door het verval van de visserij op de Zuiderzee en de toename van het vrachtvervoer over land. In 1921 vertrok Jelle Wildschut naar Amerika, in 1924 gevolgd door Age. In 1926 keerde Age ziek terug uit Amerika, zijn vrouw en kinderen achterlatend. Hij stierf in 1942 in Sneek zonder zijn familie ooit terug te hebben gezien. Jetze Wildschut bleef achter op de werf in Gaastmeer. Samen met zijn zoon Lourens ging hij zich toeleggen op de bouw van schepen voor de pleziervaart: B.M.-ers, motorboten en roeiboten. In 1953 vertrok ook Lourens Wildschut naar Amerika en kwam een einde aan de werf.
literatuur:
- Sneeker Nieuwsblad 7 mei 1962
- Jaarverslag Fries Scheepvaart Museum 1962, p. 12
- Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1973-1974, p. 16
- Archief Vereniging Fries Scheepvaart Museum - correspondentie A.M. Sustring - H. Halbertsma, d.d. 27 april 1962.
- Ton Tekstra, 'Scheepswerf Wildschut te Gaastmeer' in: Spiegel der Zeilvaart 1988, nr. 12, pp. 27-31.
Reacties