Datering
Maker Ype Jacobs

Ype Jacobs - Schilderij , gezicht op Sneek vanuit het zuidoosten.

Schilderij. Olieverf op paneel. Gezicht op de stad Sneek van uit het zuid-oosten. Op de voorgrond een vaart. Rechts op de oever staat een man en naasthem buk een man voorover. In de vaart een vissersboot die door twee mannen wordt geroeid. In het voorschip staat een derde man. Links een andere visserboot met daarin een zittende man en staand en man met ene hengel. Op de rechteroever staat een molen, omgeven door enige huizen. Voor een van de huizen staat een figuur. Aan de kade voor de moen is een beurtschip met spriettuig afgemeerd. De zeilen zijn gestreken. Op de achtergrond is de stad Sneek te zien. Achter de muur en een toren zijn van links naar rechts de daken te zien van: de Waterpoort, de Martinikerk en de Kleine Kerk (Broerekerk). Het paneel is ingelijst: een zwarte lijst met goudkleurig binnekader. De schilder heeft verf met een groffe pigmentkorrel gebruikt. Met name in de waterpartij leidt dit tot een korrelig oppervlak.
Het paneel is door de schenker H. Halbertsma gekocht bij Antiekhandel Gerbenson en Zoon te Leeuwarden. Het was afkomstig van notaris Zijlstra. De situering van het schilderij is moeilijk. Wanneer gelet wordt op de stand van de kerk is het schilderij geschilderd vanuit het zuiden en zou de vaart op de voorgrond de Woudvaart moeten zijn. Daar stond echter niet een industriemolen, zoals afgebeeld op het schilderij. Wanneer de muurtoren de Stuirwold-toren is dan zou het vaarwater het Zomerrak zijn. Dan klopt echter de stand van de kerk niet en zouden Waterpoort en Kleine kerk niet goed zijn gesitueerd. Waarschijnlijk heeft de schilder zich enige vrijheden gepermitteerd. Dat is ook het geval met de afbeelding van de Martinikerk. Deze is afgebeeld met een zadeldaktoren aan de westgevel. Dit elfde-eeuwse westwerk met twee dertiende-eeuwse torens is in 1681 en 1682 na enige instortingen verloren gegaan. Het werd toen vervangen door het westerkoor. Dit koor is echter ook afgebeeld, nog links van de zichtbare toren. De dakruiter op het dak van de kerk is de oude, die in 1771 werd vervangen door de huidige, veel grotere. Deze vergroting was nodig in verband met de uitbreiding van het carillon. Ype Jacobs was glasschilder in Sneek. Op 16 april 1645 werd hij ten doop gehouden door zijn vader Jacob Binnerts, die ook glasschilder was, en zijn moeder Antje Wijtses. Op 20 sept. 1674 trouwde Ype Jacobs ('Mr. Glasmaker te Sneek') met Anneke Pytters Rinia uit Leeuwarden. Hij stierf op 8 juni 1705 te Sneek. In 1710 kochten zij een huis. Rijksarchief Sneek DD-15, fol 33 verso, 7 nov. 1710: 'Ype Jacobs, glasschilder en zijn vrouw Antie Pyters schuldig aan Edo Frieswijk als crediteur van Trijntie Antonie f. 300-0-0 voor de koop van huis achter de Cruicebroeren bij genoemde Trijntie Antoni Boekholt laest gebruickt, hebbend de verkopers ten westen, 't stadts weeshuis ten suiden en oosten'. Uit de rekeningboeken van de Sneker Martinikerk blijkt dat zijn weduwe na zijn dood de zaak voortzette. In rekeningboeken van enkele kerkvoogdijen staan betalingen aan haar geboekt (Hurdegaryp en Tirns bijvoorbeeld). Een dochter Ype Jacobs en Antje Pytters, Tietje Ypes (Ruytenbak) is op 7 dec. 1681 gedoopt te Sneek en aldaar op 2 oktober 1712 getrouwd met Ulbe Jurjen Staak (gedoopt te Sneek op 3 jan. 1690 en aldaar overleden in aug. 1720), Mr. wolkammer en executeur. Hun zoons Ype (19 maart 1717 - 12 mei 1808) en Ulbe Staak (9 april 1721 - mei 1747) waren net als hun grootvader glasschilders. Een zoon van Ype Jacobs was Pieter Ypes. Hij schilderde een gezicht op Sneek dat hangt in het stadhuis van Sneek. Een ander paneel van Ype Jacobs, dat met inv.nr. 1994-506, beeldt de stad Sneek en de Martinikerk uit vanuit het noordwesten. Achterop dat schilderij is een 19de-eeuws etiket geplakt met daarop 'Snits No. 52b'. Aangezien het in die tijd niet gebruikelijk was Fries te schrijven, moet dit gebeurd zijn door iemand die dat uitdrukkelijk deed. Zo iemand was Douwe Hansma (1812-1891), kunstschilder en schrijver. Hij was in 1877 correspondent voor Sneek voor de Historische Tentoonstelling in Leeuwarden. In de catalogus van die tentoonstelling worden onder de nrs. 31 en 32 vermeld twee paneelschilderijen met voorstellingen van de Martinikerk voor en na de verbouwing. Het zouden dit paneeltje en dat met inv.nr. 1995-399 kunnen zijn (alleen klopt de nummering door Hansma dan niet). Daarvoor is nog een aanwijzing: de eignaar van de paneeltjes was in 1877 Titus Staak Feenstra (1821-1892). Zijn grootmoeder Dieuwke Titus Staak was een achternicht van Ype Staak, die in 1802 zonder nageslacht stierf.
literatuur: - S. ten Hoeve, 'Geschilderde glazen in Friese kerken' in: Publikaties St. Alde Fryske Tsjerken I, pp. 121-144. - S. ten Hoeve 'De Sneker glasschilders' in: Sneek, beeld van een stad (Drachten, 1985), pp. 104-107 - S. ten Hoeve 'Het geslacht Staak' in: Genealogysk Jierboekje 1972, pp. 54-60. - P. Bakker, Gezicht op Leeuwarden (Amsterdam 2008) - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1995, p. 29-30

Identificatie
Titel
Ype Jacobs - Schilderij , gezicht op Sneek vanuit het zuidoosten.
Objectnummer
FSM-1995-399
Objecttype
  • Schilderijen
    Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten.Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten. (AAT-Ned)
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000013729
Over
Onderwerpen
  • Martinikerk
  • Kerkgebouwen
    Kerken zijn gebouwen waar de christelijke godsdienstoefening wordt gehouden. Aanvankelijk was de altaarruimte het belangrijkste onderdeel. In de verschillende katholieke liturgieën is deze dat nog. Sinds de Hervorming ook als preekkerk. Een parochie wordt bediend door een parochie- of kerspelkerk. Als aan de kerk een kapittel van kanunniken is verbonden, spreekt men van een collegiale of kapittelkerk. Een stifts-, abdij- of kloosterkerk behoort bij een kloostergemeenschap. De hoogste rang bezit een kathedraal of dom. (Haslinghuis)
Werk
Breedte
cm
Hoogte
42.5 cm
Lengte
49.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Ype Jacobs
Datering
Materiaal
  • Olieverf
    Een verfstof waarin drogende olie als drager voor het pigment fungeert. (AAT-Ned)
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden