Datering
Maker Hermanus van der Velde

Hermanus van der Velde - schilderij van de wapenschouwing van het vrijkorps Sneek.

Schilderij. Olieverf op doek. Gezicht op de wapenschouwing van het patriottisch vrijkorps te Sneek in 1786. De militairen zijn opgesteld op de Marktstraat. Op de achtergrond is onder andere het Stadhuis te zien.
Dit schilderij werd in 1982 aangekocht en is afkomstig uit de nalatenschap van Gezina Johanna van Daverveldt (Lemmer 6 okt. 1814 - Harderwijk 26 nov. 1900) die op 13 april 1848 trouwde met dr. Albertus Dithmer Huysman. Aanvankelijk werd verondersteld dat het een verloren gewaand schilderij was, dat in het begin van onze eeuw nog in Sneek hing ten huize van Tjalling Gonggrijp. Een foto van dat schilderij wordt bewaard in het museum. Er bleken enige verschillen te zijn tussen het schilderij op de foto en dit, in 1982 gekochte schilderij. Het gefotografeerde schilderij wordt vermeld in de catalogus van de in 1877 te Leeuwarden gehouden Historische Tentoonstelling. Het was ingezonden door Teetse Gonggrijp (1833-1894). Nazaten van hem en zijn broer Tjalling konden niet worden opgespoord, zodat niet bekend is waar het schilderij zich bevindt.
Het exercitiegenootschap werd op 19 okt. 1783 onder goedkeuring van het stadsbestuur en de Staten van Friesland opgericht op initiatief van de burgers L. Adema, W. van Loon, H. Zwaanenburg en C. Hoekstra. Het vrijkorps was verdeeld in companieën van tenminste 20 en ten hoogste 40 man. Iedere compagnie werd aangevoerd door een kapitein, bijgestaan door een luitenant, een vaandrig en twee sergeants en had een tamboer of twee pijpers. In Sneek was een compagnie grenadiers en een compagnie musketiers. De leiding van het corps berustte bij de kolonel en zijn adjudant, terwijl er ook nog een exercitiemeester was. Het vrijkorps exerceerde van november tot maart wekelijks op woensdagmiddag en van maart tot november maandelijk. Hoogtepunt was de 'Wapenschouwinge' ten overstaan van de Magistraat van de stad. Dit evenement is afgebeeld op het schilderij. De manschappen staan aangetreden met snaphaan, bajonet en sabel, de sergeant met hellebaard en degen. De grenadiers zijn te onderscheiden aan hun hoge muts en halve laarzen. De officieren zijn gewapend met sponton en degen, hun kleding is in overeenstmming met het reglement: 'blauwe rok, zwarte broek en Camesool, een ringkraach voor de borst, een blauwe en witte Echarpe om 't Lijf, en witte Koussen, zullende de Collonel en Adjudant gelaarst zijn'. Allen hebben op hun hoofddeksel 'een blauwe Strik fo Cocarde met een wit Roosje int midden', de officieren dragen daarboven een wit-blauwe pluim. de in burger geklede figuur op de voorgrond zal wel een lid van de magistraat, mogelijk een burgemeester zijn. Het hondje op de voorgrond dat waarschijnlijk het symbool van de patriotten (keeshond) voorstelt. De gebouwen: Links op het schilderij de waag. In het tympaan op het Vlaamse geveltje staat 'Doet Regt Stads Waag'. In de 17de eeuw was de waag reeds op de hoek van de Marktstraat en het Leeuwenburg gevestigd. In 1725 kreeg de waag een luifel op pilaren in plaats van de oude hangluifel. In 1775 werd de luifel vergroot. In 1756 werd een belendende huis aan het Leeuwenburg bij de waag betrokken en in 1801 het daar weer naast gelegen pand eveneens. Het gebouw, dat op de verdieping de schutterij, de militairen en de ratelwacht herbergde, kreeg in 1770 de op het schilderij weergegeven schuiframen. In 1853 werd de oude waag vervangen door een nieuw vrijstaand en door luifels omgeven gebouw, dat op 14 april 1945 door de bezetters in brand werd gestoken. Aan de noordkant van de Marktstraat is het stadhuis te zien en herberg De Witte Arend. Dit etablissement werd in 1892 gesloopt om plaats te maken van het gerechtsgebouw. Op de hoek met de Kleine Kerkstraat het huis van Hendrik van Manen (waarschijnlijk afgebeeld met Goudse pijp), de luifel van zijn voorgevel moest, evenals de andere in Sneek, in 1821 op order van het gemeentebestuur verdwijnen. Het tweede huis van de hoek met een Lodewijk XVI-lijstgevel is gebouwd voor Eelco Napjus (die de Kroniek van Sneek schreef), die het huis in 1761 betrok. Het derde huis (nu hotel De Wijnberg) had in 1786 nog een trapgevel en werd toen bewoond door stadsassistent Johannes Schaaf. Zijn buurvrouw was Immelia van Marsum, weduwe van stadsbode Ype Oeges feenstra. Het gebouw met de risalerende gevel was van 1641 tot 1761 woning van de 's zomers op Epemastate te Ysbrechtum residerende familie Van Burmania. Het huis staat op de plaats van de Gruytersmastins. In 1761, na de dood van Ted Sophia van Goslinga, weduwe van jr. ducco Gerold Martena van Burmania, werd het verkocht aan dr. Jacobus Albertus van Frieswijk, stadssecretaris van Sneek, die het tegelijk met de stadhuis liet verbouwen. Toen het schilderij werd gemaakt werd het huis bewoond door Wouter Beerns (Wouters). Buurman was geneesheer dr. A.A. Jorritsma. Het pand naast het stadhuis werd in 1786 bewoond door gemeente-ontvanger Jouke Minks Tibma. In het Waltahuis, aan de andere kant van het stadhuis, woonde stadssecretaris Eco de Wendt.
Hermanus van der Velde. Geboren te Sneek, gedoopt 20 mei 1744, Getrouwd te Bolsward in 1768 met Aafke Feersma. Opnieuw getrouwd te Sneek op 30 april 1812 met Beitske Popes Halma. Van der Velde overleed te Sneek op 4 okt. 1826. Hij was stadsbode van Sneek en daarnaast kunstschilder van landschappen en stadsgezichten. In de rekeningboeken van de Martinikerk komt zijn naam meermalen voor. In 1780 leverde hij schilderwerk achter het orgel in de kerk, in 1787 werkte hij aan het torentje en in 1794 aan het Nieuwe Noorderkoor. Voorts herstelde hij meermalen gebroken glazen. Ook in het stadhuis leverde hij schilderwerk, en maakte hij de behangsels schoon. In 1810 en 1822 hing werk van Van der Velde op tentoonstellingen in Amsterdam. Hij moet met name Friese landschappen en dorpsgezichten hebben vervaardigd. Zijn stijl is precies, maar enigszins stijf. Het is mogelijk dat de schilder zichzelf en zijn vrouw heeft afgebeeld achter een raam van het logement 'De Witte Arend', rechts op het schilderij, waar hij kastelein was.
literatuur: - Knipselmappen Marktstraat - Sneeker Nieuwsblad 31 okt. 1968 en 8 juli 1982. - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1982, pp. 24-27

Identificatie
Titel
Hermanus van der Velde - schilderij van de wapenschouwing van het vrijkorps Sneek.
Objectnummer
FSM-1982-177
Objecttype
  • Schilderijen
    Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten.Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten. (AAT-Ned)
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000013266
Over
Onderwerpen
  • Vrijkorpsen
  • Waaggebouwen
    Waaggebouwen zijn hallen waarin evenaars of balansen staan opgesteld voor het door de overheid afwegen van handelswaren, ook van wagenvrachten en vee. Daarom zijn waaggebouwen vaak vrijstaand, aan drie of vier zijden voorzien van ruime ingangen en van een of meer luifels. Gewoonlijk bevonden zich boven de weeghallen verdiepingen voor bestuursruimten en gelagzalen. Waaggebouwen kunnen ook onderdeel uitmaken van een complex zoals een stadhuis.
  • Marktstraat
  • Sneek
  • Defensie
Werk
Breedte
69.0 cm
Hoogte
cm
Lengte
111.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Hermanus van der Velde
Datering
Materiaal
  • Olieverf
    Een verfstof waarin drogende olie als drager voor het pigment fungeert. (AAT-Ned)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden