Datering
Maker Onbekend
Scheepsmodel van de kustvaarder Marie.
Scheepmodel van de kustvaarder Marie uit Foxhol. Blokmodel. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: De kustvaarder heeft een liermast en een lantaarnmast. De liermast staat tussen de twee ruimen. De mast wordt gehouden door een voorstag op de voorsteven en aan weerszijden door twee zijstagen op het boeisel (enkele stagen zijn afgebroken). Aan bakboord is aan de mast een ladder gemaakt. Aan de mast hangen twee liergieken, die beide hangen in kraanlijnen die worden bediend met motorlieren aan de voet van de mast. Aan de onderkant van de gieken hangen de schoten waarmee de gieken zijwaarts worden bewogen. De voorwaats gerichte liergiek rust aan het uiteinde in een mik op het voordek. De achterwaarts gerichte liergiek rust in een houder aan het brugdek. Op het dekhuis is een lantaarnmast geplaatst met daarin vier boordlichten en erop een antenne. De mast wordt aan weerszijden gehouden door twee zijstagen. Op het achterschip een vlaggenstok met rood-wit-blauwe vlag. De blokken zijn niet voorzien van lopende schijven. De romp: Het voorschip is scherp. Het achterschip is rond en geveegd. De bodem is vlak. Het model van voor naar achter: Uit de kluisgaten hangen twee ankers. Op de boorden van het voorschip is aan weerszijden de scheepnaam geschilderd: 'Marie'. Op het verhoogde voordek een dubbele ankerlier, een reserve-anker, een scheepsbel en een schoorsteen. achter het voordek een voorruim en een achterruim, met daartussen in de liermast met dubbele giek. Op het achterhuis een dekhuis van twee etages met daarboven een dek dat ook het gangboord langs het dekhuis overdekt. Op dit achterdek de brug (stuurhuis van hout), de seinmast, de antennes, de radar, twee reddingsloepen in davits, een kompas en een takel. Op de schoorsteen een embleem (tandrad met daarin de latter 'H'). Op het achterschip is geschilderd 'Marie / Foxhol'. Kleuren: De romp is grijs, het onderwaterschip zwart het het boeisel van het voor- en achterschip wit. De dekken van het voorschip en het ruim zijn zwart. Hetbovendek is van gelakt hout. De luikhoofden zijn bruin, de luiken gelakt. De masten, de schoorstenen en de takel zijn okergeel. Het dekhuis is wit en de brug is gelakt. Het metaal roest op enkele plekken. Accessoires: het model is geplaatst op een houten plank met glazen kap. Het model is met een blok hout op plank bevestigd met een blok hout op het vlak.
De kustvaarder Marie uit Foxhol is in 1972 op de scheepswerf van Ton Bodewes te Franeker verbouwd tot zandzuiger (bouwnummer F53). Volgens de Wet op de Zeevaartdiploma's is een kustvaarder voor de Kleine Handelsvaart een schip met een waterverplaatsing van minder dan 500 brt (sinds 1970: kleiner dan 75 meter lang). De Nederlandse kustvaart heeft zijn oorsprong in de provincie Groningen. De in de veenkoloniën gegraven turf werd steeds verder weg verkocht. Dat deed de behoefte aan schepen toenemen. De schepen werden in Groningen gebouwd en uitgereed. Ook het graan vond op de coasters zijn weg naar het buitenland. De steeds grotere schepen kwamen ook buiten het Noordzeegebied (tot in Afrika). Rond 1850 beleefden de Groningse rederijen een hoogtepunt. Ze lieten hun schepen bouwen in de provincie Groningen en hun bemanningen kwamen er ook vandaan. De schepen werden echter bevracht in Amsterdam of Rotterdam. Bij de overgang van houtbouw naar ijzerbouw en van zeilvaart naar motorvaart behielden de Groningse reders hun positie maar slechts ten dele. Na 1920 kwam er echter een nieuwe impuls voor de scheepsbouw in Groningen. In 1923 bouwde scheepswerf Gideon te Groningen een ijzeren kustvaarder met een kleine motor van slechts enkele tientallen p.k. en met een hulpzeil (dat al vrij snel verdween). De Groninger coaster beviel goed: het schip was betrouwbaar, kon veel lading vervoeren en was in staat ver landinwaarts te varen (lading van huis tot huis). De vloot coasters (kleiner dan 500 brt) groeide snel (in 1939 536 schepen). Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef de Groninger coaster populair. Er werden speciale schepen gebouwd voor olieën, chemicaliën, vlees, fruit, containers, etc. Na 1960 nam het aantal coasters weer af.
literatuur:
- Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1995, p. 23
Reacties