Datering
Maker Onbekend
Halfmodel van een kustvaarder, gebouwd op de werf Zwolsman te Workum.
Halfmodel van een kustvaarder. Stapelmodel. Schaal niet bekend.
Rondhouten en tuigage: geen
De romp: Scherpe, rechte voorsteven. Rond, geveegd achterschip. Vlakke bodem.
Het model van voor naar achter: Op de romp zijn 75 genummerd spanten getekend. Spant 1 is het achterste spant. Spant 75 het voorste. Bij sommige spanten een aantekening: bij spant 15 '0,6 lengte', bij spant 19 '1/2 lengte', bij spant 35 PLIMSOL-merk, bij spant 57 '1/2 lengte', bij spant 63 '0,6 lengte'. Het halfmodel is bevestigd op een plank met ophangogen.
Kleuren: het model is gelakt.
Accessoires: geen
Het halfmodel is afkomstig van de scheepswerf van Ulbe Zwolsman te Workum. Daar werden dergelijke kustvaarders gebouwd.
Volgens de Wet op de Zeevaartdiploma's is een kustvaarder voor de Kleine Handelsvaart een schip met een waterverplaatsing van minder dan 500 brt (sinds 1970: kleiner dan 75 meter lang). De Nederlandse kustvaart heeft zijn oorsprong in de provincie Groningen. De in de veenkoloniën gegraven turf werd steeds verder weg verkocht. Dat deed de behoefte aan schepen toenemen. De schepen werden in Groningen gebouwd en uitgereed. Ook het graan vond op de coasters zijn weg naar het buitenland. De steeds grotere schepen kwamen ook buiten het Noordzeegebied (tot in Afrika). Rond 1850 beleefden de Groningse rederijen een hoogtepunt. Ze lieten hun schepen bouwen in de provincie Groningen en hun bemanningen kwamen er ook vandaan. De schepen werden echter bevracht in Amsterdam of Rotterdam. Bij de overgang van houtbouw naar ijzerbouw en van zeilvaart naar motorvaart behielden de Groningse reders hun positie maar slechts ten dele. Na 1920 kwam er echter een nieuwe impuls voor de scheepsbouw in Groningen. In 1923 bouwde scheepswerf Gideon te Groningen een ijzeren kustvaarder met een kleine motor van slechts enkele tientallen p.k. en met een hulpzeil (dat al vrij snel verdween). De Groninger coaster beviel goed: het schip was betrouwbaar, kon veel lading vervoeren en was in staat ver landinwaarts te varen (lading van huis tot huis). De vloot coasters (kleiner dan 500 brt) groeide snel (in 1939 536 schepen). Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef de Groninger coaster populair. Er werden speciale schepen gebouwd voor olieën, chemicaliën, vlees, fruit, containers, etc. Na 1960 nam het aantal coasters weer af.
Reacties