Datering
Maker Onbekend
Reglement inzake het onderhouden van ijsbanen in Tytsjerksteradiel.
Gedrukt reglement op het maken en onderhouden van ijsbanen in de gemeente Tytsjerksteradiel. Opgesteld op 28 november 1885 door Burgemeester en Wethouders van Tytsjerksteradiel. Eén blad. Tekst: Bepalingen betreffende het maken en onderhouden van IJsbanen in de gemeente Tietjerksteradeel. De banen zullen voor schaatsenrijders en schuifsleden steeds de breedte moeten hebben van minstens 2 meter. Bruggen en zetten worden over de volle doorvaartwijdte van alle sneeuw ontdaan. De banen moeten des avonds voor het verlaten behoorlijk aangeveegd worden, des daags goed schoon worden gehouden en ten allen tijde van sneeuw zijn gezuiverd. De baanvegers nemen de vereischte maatregelen, ten einde te bevorderen dat het ijs goed rijdbaar zij, terwijl zij zich minstens van zons op- tot zons ondergang op de hun aangewezen banen moeten bevinden. Zij zijn verpligt met den meesten spoed, zoo noodig, gebruik te maken van de onder hun bereik zijnde reddingsmiddelen en elkander des vereischte hulp en bijstand te verleenen. Indien de baanvegers in het ijs gevaarlijke plaatsen ontdekken, zullen zij deze met bakens moeten aanwijzen en behoorlijk afzetten. De baanvegers zijn verpligt, aan de passerenden, indien dit gevorderd wordt, bijstand te verleenen en ieder die van het ijs gebruik maakt, met bescheidenheid te bejegenen. Het is hen geoorloofd bescheidenlijk om eene gift te vragen. Indien het ijs in bruggen of zetten of op andere plaatsen niet voldoende betrouwbaar is, zullen de baanvegers de veilige en gemakkelijke passage in overleg met armvoogden, des noods op kosten der gemeente, door het leggen van planken. zoo noodig met leuningen bevorderen. Zijn naar het oordeel der baanvegers meerdere maatregelen gewenscht, welke voor de gemeente kosten medebrengen, dan zijn zij verpligt hieromtrent met armvoogden in overleg te treden, om daarna, zoo noodig, den gemeente-architect kennis te geven. Voor de vracht- en narresleden, met paarden bespannen, die niet op de geveegde banen mogen rijden, zullen, waar mogelijk, afzonderlijke banen worden gemaakt. De baanveger die in de stipte opvolging van vorenstaande bepalingen te kort schiet, wordt op de eerste klagt van de baan verwijderd. Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders ter vergadering van den 28 November 1885, Drijber. De secretaris, Joh. Falkena.
Reacties