Datering
Maker Jan Buiteveld
Jan Buiteveld (toeschrijving), schoorsteenstuk met afbeelding van een boeier voor een brug.
Schoorsteenstuk. Olieverf op doek. Gezicht op een boeier die door een geopende ophaalbrug vaart. Voor de brug wacht een militair in Frans uniform. Links een huis. Achtergrond: laan en drie andere zeilschepen in de vaart. Rechts een zadeldaktoren.
Het schoorsteenstuk is afkomstig uit het pand aan het Kleinzand 4 te Sneek.
Tot de collectie van het Fries Scheepvaart Museum behoren een aantal schoorsteenstukken en beschilderde behangsels die lange tijd werden toegeschreven aan de Hoornse behangelfabriek, de Vaderlandsche Maatschappij voor Reederij en Koophandel. Bestudering van het oeuvre van de Sneker schilder Jan Buiteveld door Sytse ten Hoeve leert dat er veel overeenkomsten zijn tussen het werk uit Hoorn en die van Buiteveld.
De Hoornse Behangselfabriek ressorteerde onder de Vaderlandsche Maatschappij van Reederij en Koophandel. Uit het archief van de Maatschappij blijkt dat men beschilderd behang geleverd heeft aan de Wed. Jan ten Cate, die in het begin van de 19-de eeuw het pand Kleinzand 4 bewoonde. Debiteurenboek (inv.nr. 18), 1 maart 1806: 66 el gedrukt lijstenbehangsel en een bovendeurstuk geleverd aan de wed. ten Cate. Journaal 1806-1816, 29 april 1806: een schuld van Mevr. ten Cate aan H.B. IJzenbeek, de baas van de behangselfabriek. Hoewel het schoorsteenstuk niet wordt genoemd, mag wel worden aangenomen dat de Hoornse behangselfabriek, ook dit stuk leverde.
In 1777 richtte de Doopsgezinde predikant-koopman Cornelis Ris te Hoorn de Vaderlandsche Maatschappij voor Reederij en Koophand ter liefde van 't Algemeen op. De achtergrond hiervan was, dat geprobeerd zou worden de steeds grote wordende groep werkloze armlastigen niet met een geldelijke tegemoetkoming te ondersteunen, maar ze op een structurele wijze te helpen door verschaffing van werk, dat hun een geregelde verdienste op zou leveren. De maatschappij trachtte de verlopen walvisvaart weer op gang te brengen, maar stichtte ook fabrieken, onder andere voor tapijten, lopers en confectiekleiding. Er kwam ook een Schilder-, Druk- en Behangselfabriek. Daar werden met de hand beschilderde of gedrukte kamerbehangsels, schoorsteenstukken en bovendeurstukken gemaakt. Van veel van die behangsels bestaan nog ontwerpen, die door een vertegenwoordiger van de fabriek overal in ons land en ook in Duitsland werden getoond bij de werving van klanten. Aan het einde van de 18de eeuw waren er veel Sneker notabelen en vermogende kooplieden die hun huizen verbouwden en ze behalve met gesneden en stucte ornamenten ook lieten decoreren met kamerbehangsels uit Hoorn. Bewaard gebleven boekhouding van de Hoornse Behangselfabriek wijst dat uit.
Jan Buiteveld. Geboren Sneek 23 nov. 1747, zoon van Durk Jans en Antje Ruurds. Ze behoorden tot de gemeente van de Waterlandse Doopsgezinden, die een vermaning hadden aan de Singel. Daar werd Jan Durks gedoopt op belijdenis op 22 maart 1772. Hij trouwde 22 nov. 1778 met Lysbert Juurds en gebruikte toen al de naam Buiteveld, Die ontleende hij aan het gebied van herkomst van de familie in de Legeaen. Hij is overleden in Sneek op 7 sept. 1812 (wijk 2, pand 47, thans het zuidelijke deel van de Doopsgezinde pastorie aan de Singel). Bij zijn overlijden wordt het beroep "kunstschilder" aangegeven. Oeuvre: Allegorie op de voogdij (toeschrijving, inv.nr. 1983-143), Emmausgangers (inv.nr. 2002-427), Rede vertrapt de Tirannie (toeschrijving, inv.nr. G-006), Allegorie in de eerepoort van Sneek (inv.nr. N-162), Bloemstuk gesigneerd J. Buiteveld 1787 (in 2001 in Parijs verkocht) en Bloemstuk (ongesigneerd, in 1971 bij Mak van Waay verkocht, afkomstig uit de Sneker pastorie). Voort zijn mogelijk de portretten van mr. P.S. Noyon en R. Terpstra door Buiteveld gemaakt.
literatuur:
- Sneeker Nieuwsblad 10 juli 1958
- Jaarverslag Fries Scheepvaart Museum 1955
- Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1989, p. 29-30
Reacties