Datering
Maker Albert Breunissen Troost

Anonymus - Gouache met voorstelling van de eerste gebouwen van zuivelfabriek Normandia te Sneek.

Gouche. Voorstelling van het kantoor en de botermengerij van de boter- en kaashandel van Herrius Halbertsma te Sneek, gevestigd aan de Leeuwarderweg. te Sneek.
Tjalling Hiddes (1792-1852) had een boter en kaashandel in Grou. Zijn zoons Johannes Tjallings Halbertsma (1827-1884) en Hidde Tjallings Halbertsma (1814-1872) namen het bedrijf over van hun vader. Ze konden niet goed met elkaar opschieten en dat deed Johannes besluiten een eigen zaak te beginnen in Sneek. In 1852 verhuisde hij van Grou naar Sneek, waar hij zich vestigde aan de Geeuw. Hij bouwde bij zijn huis een opslagruimte. Het bedrijf liep goed en Johannes vestigde zich in 1870 met zijn vrouw Hylkia Kingma (1826-1875) in het pand Kleinzand 10. De zonen van Johannes namen het bedrijf van hun vader over: Herrius (1864-1920) en Hylke (1857-1932). Samen richtten ze in 1888 de zuivelfabriek La Normandie op. De naam is gekozen nadat Herrius Halbertsma in Normandië de daar gebruikelijke wijze van boterbereiding had bestudeerd. Op de boerderij werd de boter wel gewassen maar niet gekneed en net verder afgewerkt. De gewassen boter werd naar een verzamelpunt gebracht en daar verder afgewerkt. Zo ging men in de beginjaren van de zuivelfabriek in Sneek ook te werk. La Normandie was een combinatie van zuivelfabriek en een exporthandel in boter en kaas. Het bedrijf was gevestigd aan de Leeuwarderweg, toen nog in de weilanden ten noorden van de Oosterpoort. De gebouwen waren ontworpen door Albert Breunissen Troost (1832-1900). Het was het eerste bouwwerk in Friesland dat van een centrale (stoom)verwarming en van electrisch licht was voorzien. Architect H.H. Kramer (1850-1934), van moederszijde een Kingma en daardoor familie van de moeder van Herrius en Hylke, kreeg opdracht een nieuw kantoor te bouwen. Het werd betimmerd in de Hollandse renaissacestijl en voorzien van wandkasten (nu in de collectie van het museum). In 1907 werd de zuivelfabriek hernoemd in "Johs. Halbertsma Zuivelindustrie". In 1922 werden de zuivelfabriek en exporthandel gescheiden. De fabriek werd hernoemd van La Normandie in Normandia. Herrius Halbertsma (1864-1920) woonde vanaf 1894 in het pand Kleinzand 10, waar zijn vader ook had gewoond. Hij was getrouwd met Anna Margaretha Pijttersen (1870-1944). Zijn beide zonen namen de fabriek over: Johannes Herrius Halbertsma (1894-1981) en Hendrik Herrius Halbertsma (geboren 1899). Herrius Halbertsma (1864-1920) wilde rentenieren in Den Haag en had in 1919 daar al een woning aan de Frederik Hendrikstraat 17 gekocht. Hij stierf echter voor hij kon verhuizen in 1920. Zijn weduwe verhuisde wel naar Den Haag. Zoon Johannes (1894-1981) was getrouwd met Maria Josina Dorothea Blanson Henkemans (1900- ). Zij hadden vier zonen: Herrius (1920-1998), Henk Leendert (1921-), Justus Tjalling (1923-) en Feite Dirk (geboren 1926). De laatstgenoemde is de schenker.
Albert Breunissen Troost werd geboren in Drunen in 1832. Hij was medewerker van architect I. Warnsinck te Amsterdam. Warnsinck was de architect van het nieuwe weeshuis aan de Kruizebroederstraat te Sneek. Toen de bouwplannen van het weeshuis waren goedgekeurd was Warnsinck inmiddels wethouder van Amsterdam geworden. Hij stuurde daarom in 1854 zijn medewerker Troost naar Sneek als uitvoerend architect. Troost had namelijk ook alle tekeningen en berekeningen voor het weeshuis gemaakt. Na voltooiïng van het weeshuis bleef Troost in Sneek wonen. Hij ontving er nieuwe bouwopdrachten, ondermeer van het Old Burger Weeshuis. In 1858 werd hij directeur van de nieuwe gasfabriek in Sneek. Hij bleef daarnaast als bouwmeester actief: ondermeer van de gasfabriek Bolsward, de pastorie van Wolsum, de tuinmanswoning in het Wilhelminapark, woningen in Sneek, IJlst, Woudsend, Tzum en Scharnegoutum, de N.H. kerk van Oosthem, de synagoge van Sneek en het armhuis van Heeg. Ook gaf hij bouwkundig onderricht aan C.H. Peters, de latere rijksbouwmeester. Voorts was hij actief in tal van maatschappelijke functies: voogd van het O.B.W., regent van de gevangenis, bestuurslid van de Sneker Badinrichting, en stimulator van de aanleg van de spoorlijn Leeuwarden - Stavoren. Troost stierf in Sneek in 1900.

Identificatie
Titel
Anonymus - Gouache met voorstelling van de eerste gebouwen van zuivelfabriek Normandia te Sneek.
Objectnummer
FSM-2002-446
Objecttype
  • Gouaches
    Schildering met dekkende waterverf op perkament of papier.
  • Stadsgezichten
    Moderne benaming voor een conceptie die in de renaissance opkwam. Van invloed waren de perspectiefstudie uit die periode van b.v. Serlio, en tuinaanleg zoals van Bramante. In de barok wordt de stad gezien als een interieur, zodat de opbouw van straten, pleinen en wijken wordt waargenomen met betrekking tot verschillende elementen. Dat zijn de begrenzing, de afsluiting (straatwanden, bochtig of strak verloop, voorsprongen, overbouwing door luchtbruggen enz.) dan wel openingen (perspectieven, vergezichten). Men spreekt van een gesloten en een open stadsbeeld. Het eerste was vooral eigen aan de m.e. steden en werd in de renaissance met opzet vooral esthetisch gecultiveerd. Het open stadsbeeld is daarentegen uit op verre horizonten, zoals in de slotpleinen van Versailles en Karlsruhe en op het Place de la Concorde te Parijs. Sinds c. 1900 zijn in veel landen stedelijke verordeningen uitgevaardigd voor de bescherming van het stadsbeeld. De Nederlandse Monumentenwet van 1961 opende de mogelijkheid een stadsgezicht te beschermen. (Haslinghuis)Modern name for a conception that emerged in the Renaissance. Of influence were the perspective study of the period by e.g. Serlio, and landscaping such as by Bramante. In the Baroque, the city is seen as an interior, so the construction of streets, squares and neighborhoods is observed with respect to different elements. These are the boundaries, the closures (street walls, curved or tight course, forebodings, overbuilding by air bridges, etc.) or openings (perspectives, vistas). One speaks of a closed and an open cityscape. The first was mainly characteristic of m.e. cities and was deliberately cultivated in the Renaissance mainly aesthetically. The open cityscape, on the other hand, is out for distant horizons, as in the palace squares of Versailles and Karlsruhe and on the Place de la Concorde in Paris. Since c. 1900, urban ordinances have been enacted in many countries for the protection of the cityscape. The Dutch Monuments Act of 1961 opened the possibility of protecting a cityscape. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000018471
Over
Onderwerpen
  • Zuivelfabrieken
    Wordt gebruikt voor gebouwen die na het begin van de 19e eeuw werden gebouwd, en niet alleen op boerderijen, voor het gemechaniseerd verwerken, bewaren of verkopen van melk en melkproducten. Te onderscheiden van 'zuivelbedrijven' door de mechanisatie. Gebruik liever 'melkhuizen' voor aanvullende gebouwen voor de landbouw die vooral worden gebruikt voor de zorg voor melk, met weinig of geen mechanisatie. (AAT-Ned)
  • Leeuwarderweg
  • Sneek
Werk
Breedte
43 cm
Hoogte
25 cm
Lengte
cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Albert Breunissen Troost
Datering
Materiaal
  • Papier
    Verwijst in het algemeen naar alle typen vervilte vellen of weefsels die bestaan uit vezels, die uit in water gedompelde pulp zijn gevormd en gedroogd op een fijn schepraam. De vezels kunnen dierlijk zijn, zoals haar, zijde of wol, of mineraal, bijvoorbeeld asbest. Ook kunstvezels zijn een mogelijkheid. Het meeste papier wordt echter gemaakt van plantenvezels van bijvoorbeeld houtpulp, gras, katoen, linnen en stro. (Project Fotografie)Refers generally to all types of thin matted or felted sheets or webs of fiber formed and dried on a fine screen from a pulpy water suspension. The fibers may be animal, such as hair, silk or wool, or mineral, such as asbestos, or synthetic. However most paper is made from cellulosic plant fiber, such as from wood pulp, grass, cotton, linen, and straw.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA