Datering
Maker Onbekend
Foto van het personeel van zuivelfabriek Normandia te Sneek.
Foto van het personeel van zuivelfabriek Normandia te Sneek. Een van elf foto's in een lijst: bovenste rij, geheel rechts. Elf personen zijn afgebeeld. Van enkele zijn de namen bekend: de vader van Jan Kuipers (onderste rij, geheel links), Hendrik Fopma (midden, naast de vrouw met oorijzer), Baanstra (bovenste rij, geheel links), De Boer (bovenste rij, tweede van links), Pier (bovenste rij, derde van links), Hendrik de Vries (bovenste rij, geheel rechts).
De foto's zijn gemaakt toen het personeel in het jaar 1913 de grote landbouwtentoonstelling in Amsterdam bezochten. In 1913 was het 25 jaar geleden dat de fabriek door de gebroeders Hylke en Herrius Halbertsma was gesticht. Het personeel kreeg ter gelegenheid hiervan een zilveren lepel met inscriptie. Groepsgewijs ging het personeel onder leiding van het personeelslid Sipke Veenstra via Stavoren en Enkhuizen een dag naar Amsterdam, waar de Landbouwtentoonstelling Entos werd bezocht. De persoon die enkele keren vooraan in het midden is afgebeeld, is de Amsterdamse excursieleider.
De schenker karakteriseerde enkele van de op de foto voorkomende personen uit zijn herinneringen: "Vader van Jan Kuipers (de latere jachtbouwer). Pakhuisknecht aan de Geeuwkade. Hij was tijdelijk aan 't werk in het meelpakhuis van Yke Wouda aan 't Achterom. Hij pruimde, wat bij Wouda niet mocht. Hij moest toch ergens het tabakssap kwijt en deed dat dan het raam uit (na eerst even te hebben gekeken?). Op een keer ging dit mis, net liep Yke Wouda onder het raam door en kreeg de kwak op z'n kop (op z'n witte zeilpet, waarmee hij zomer en winter liep). Op staande voet ontslag! Halbertsma nam hem weer aan. Opa Herre vroeg hem eens hoe of hij het nu vond in het pakhuis. Nou meneer, die keeslucht fyn ik dochs wel su heerlijk, ik kan der niet meer sonder. Hindrik Fopma, melkrijder, eerst met paard en wagen, later met de eerste auto van de fabriek. De eerste keer dat hij daarmee bij een boer kwam, riep hij nog Ho! en vergat te remmen, Hij kwam bij ons thuis aan 't Hooiblok regelmatig de zinkputjes legen en rolde dan een grote melkbus door de gang, waarin hij de drab uit de putten verzamelde. Het stonk daarna enige tijd flink in huis. Hij was slecht te verstaan met zijn zware, donkere stem. Fopma is oud geworden. 92 naar in meen. Toen hij 90 werd, kreeg hij bezoek van de beide Normandia directeuren. Zij vroegen hem wat hij nou zo at, iedere dag. "Nou minsken, dat sil ik Jo sa sizze: moarns betiid, by it fan bêd ôfkommen, sûpenbrei, Middeis wer sûpenbrei mei in stikje bôle en jouns ierappels mei fet en sûpenbrei. Gjin griente Fopma? Nee, griente dat iete wy noait, wol sneins in lyts stikje fleis". Baanstra was kantoorklerk. De Boer was laboratoriumchef in Nijega. Pier was pakhuisknecht aan de Geeuwkade en zeilknecht bij oom Hylke op diens tjotter Allegro. Later was Pier broodbezorger (Loper) bij bakkerij De Korenbloem van de familie Dijkstra. In de oorlogsjaren van 1944-1945 kwam hij met een ladder als slee met daarop zijn broodtrommels bij ons aan de deur. Hendrik de Vries, botermengerij Normandia.
Tjalling Hiddes (1792-1852) had een boter en kaashandel in Grou. Zijn zoons Johannes Tjallings Halbertsma (1827-1884) en Hidde Tjallings Halbertsma (1814-1872) namen het bedrijf over van hun vader. Ze konden echter niet goed met elkaar opschieten en dat deed Johannes besluiten een eigen zaak te beginnen in Sneek. In 1852 verhuis hij van Grou naar Sneek, waar hij zich vestigde aan de Geeuw. Hij bouwde bij zijn huis een opslagruimte. Het bedrijf liep goed en Johannes vestigde zich in 1870 met zijn vrouw Hylkia Kingma (1826-1875) in het pand Kleinzand 10. De zonen van Johannes namen het bedrijf van hun vader over: Herrius (1864-1920) en Hylke (1857-1932). Samen richtten ze in 1888 de zuivelfabriek La Normandie op. De naam is gekozen nadat Herrius Halbertsma in Normandië de daar gebruikelijke wijze van boterbereiding had bestudeerd. Op de boerderij werd de boter wel gewassen maar niet gekneed en net verder afgewerkt. De gewassen boter werd naar een verzamelpunt gebracht en daar verder afgewerkt. Zo ging men in de beginjaren van de zuivelfabriek in Sneek ook te werk. La Normandie was een combinatie van zuivelfabriek en een exporthandel in boter en kaas. Het bedrijf was gevestigd aan de Leeuwarderweg, toen nog in de weilanden ten noorden van de Oosterpoort. De gebouwen waren ontworpen door Albert Breunissen Troost (1832-1900). Het was het eerste bouwwerk in Friesland dat van een centrale (stoom)verwarming en van electrisch licht was voorzien. Architect H.H. Kramer (1850-1934), van moederszijde een Kingma en daardoor familie van de moeder van Herrius en Hylke, kreeg opdracht een nieuw kantoor te bouwen. Het werd betimmerd in de Hollandse renaissacestijl en voorzien van wandkasten (nu in de collectie van het museum). In 1907 werd de zuivelfabriek hernoemd in "Johs. Halbertsma Zuivelindustrie". In 1922 werden de werden zuivelfabriek en exporthandel gescheiden. De fabriek werd hernoemd van La Normandie in Normandia.
Herrius Halbertsma (1864-1920) woonde vanaf 1894 in het pand Kleinzand 10, waar zijn vader ook had gewoond. Hij was getrouwd met Anna Margaretha Pijttersen (1870-1944). Zijn beide zonen namen de fabriek over: Johannes Herrius Halbertsma (1894-1981) en Hendrik Herrius Halbertsma (geboren 1899). Herrius Halbertsma (1864-1920) wilde rentenieren in Den Haag en had in 1919 daar al een woning aan de Frederik Hendrikstraat 17 gekocht. Hij stierf echter voor hij kon verhuizen in 1920. Zijn weduwe verhuisde wel naar Den Haag. Zoon Johannes (1894-1981) was getrouwd met Maria Josina Dorothea Blanson Henkemans (1900- ). Zij hadden vier zonen: Herrius (1920-1998), Henk Leendert (1921-), Justus Tjalling (1923-) en Feite Dirk (geboren 1926). De laatstgenoemde is de schenker.
Reacties
Lodewijk van Duuren 5 maanden geleden
De ENTOS was geen landbouwtentoonstelling maar de Eerste Nederlandsche Tentoonstelling op Scheepvaartgebied.