Datering
Maker Jan Schijfsma
Jan Schijfsma, Sneek - Zilveren brandewijnskom.
Zilveren brandewijnskom. Ovaal van vorm. Bijzonder zijn de vertikale oren, vervaardigd uit gemodelleerd plaatzilver. De kom is versierd met gedreven voorstellingen van aan de ene zijde Jezus en de Samaritaanse vrouw aan de put en aan de andere zijde Elia (Elias) bij de beek Kerit, gevoed door de raven. Tussen de voorstellingen is de kom versierd met blad- en bloemmotieven.
Jan Schijfsma, zilversmid 1844-1898. Geboren op 27 februari 1820 in Sneek. Hij was het eerste kind en zoon van zilversmidsknecht Johannes Jans Schijfsma en Anna Sophia Kresner. Jan trouwde op 5 mei 1844 op 24 jarige leeftijd in Sneek met de 25 jarige Akke Douwes de Jager, ook geboren in Sneek en dochter van schipper Douwe Douwes de Jager en Anthonia Everts Vlink. Ze woonden in Woudsend, toen Akke begin februari 1846 beviel van een levenloos zoontje en in het kraambed overleed. Jan had zich in 1844 als goud- en zilversmid en winkelier in Woudsend gevestigd, weg bij de concurrentie in Sneek. Hij merkte met het meesterteken JS 160 in vierkant of rechthoek. Uit zijn Woudsend-periode is (nog) geen werk bekend. Vanaf 1854 woonde en werkte Jan weer in Sneek (Kleinzand 58). Jan trouwde opnieuw op 17 maart 1850 in Sneek op 30 jarige leeftijd met de 23 jarige Alida Magdalena (Daatje) Burghgraef, geboren in Sneek en dochter van bierbrouwer Wilco Jacob Burghgraef en Rinske Jelmers Tichelaar. Zijn tweede vrouw overleed begin 1882, kinderloos. Op 18 oktober 1882 trouwde hij voor een derde maal met de 33 jarige Elisabeth (Bet) Vrolijk. Ook zij kregen samen geen kinderen. Jan heeft na zijn beroepsbeëindiging nog 10 jaar geleefd; hij overleed op 19 april 1908 op 88 jarige leeftijd in Sneek en werd daar begraven.
Iconografie van de voorstellingen:
Elia (Elias) gevoed door de raven (1 Kon. 17:1-6). Tijdens een langdurige droogte ging Elia aan de beek Kerit wonen, waarin nog water stroomde. De raven brachten hem 's morgens en 's avonds brood en vlees, zoals zij in de woestijn ook Paulus de Kluizenaar, Antonius de Grote en anderen voedden. Elia wordt afgebeeld aan de waterkant. De vogel brengt voedsel, meestal brood, in zijn snavel.
Jezus en de Samaritaanse vrouw (Joh. 4:1-30). Op weg van Judea naar Galilea rustte Christus bij "de bron van Jakob", buiten de stad Sichar in Samaria. Hij vroeg een Samaritaanse vrouw, die water kwam putten of hij wat mocht drinken. Dit was zeer ongebruikelijk vanwege de verstandhouding tussen Joden en Samaritanen. Christus greep de gelegenheid aan voor een metaforische les: "Een ieder, die van dit water drinkt, zal weder dorst krijgen; maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid."
literatuur:
- Wim Besemer, Schijfsma, een zilversmedenfamilie in Sneek 1838 - 1946, (Sneek 2002).
- James Hall, Iconografisch handboek. Onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst, (Leiden 1992).
Reacties