Datering
Maker Andries Bosma
Scheepsmodel van de spekbak LE 86
Scheepsmodel van de spekbak LE 86. Op spanten gebouwd: gangen van metaal, geklonken op spanten. Schaal onbekend. De romp: Het betreft een knikspant romp met vlakke bodem, voor- en achterspiegel. Achter de bun begint een lange scheg waaraan het roer bevestigd is. De romp heeft slechts één brede gang met rechte boeisels boven een bescheiden berghout. Het boeisel is bij het middenship verhoogd en heeft een potdeksel. Boeisel en spiegels rood geschilderd, rest van de romp zwart. Het model van voor naar achter: Tegen de voorspiegel is een kleine steven gemaakt. Hieraan haken voorstag en halshoek van de fok. Op het grijs geschilderde metalen voordek een luik en een koekoek met metalen roosters ter bescherming. Aan beide zijden op het voordek een enkele bolder. Voor het schot de steekmast. Aan de voet van de mast een nagelbank. Bovenop het schot een opstaande rand met daarvoor aan beide zijden een spuigat. Direct achter het schot de bevestiging van de beide zijzwaarden dmv een zwaardbout in een geklonken versteviging van de huid. De zwaarden hebben een houten kop met onder de bout een stervormige versiering. De zwaarden zijn wit met een grijs uiteinde waarop een metalen D-vorm ter versteving. Om het zwaard een halfrond. De zwaardlopers gaan dirct door de huid naar een klamp tegen de spanten. Achter het schot een open kuip. Aan stuurboord een deur in het schot waarmee het vooronder toegankelijk is. Hiervoor een verdiept deel van de kuipvloer. De houten kuipvloer is verhoogd om ruimte te geven aan de bun. Deze bun is aan de onderzijde en aan beide zijden voorzien van kaarplaten. Achter de bun blijft de vloer verhoogd. Tegen de achterspiegel een U-vormige bank waarvan het midden uitneembaar is om bij de bakskist te komen. Op beide hoeken van de spiegel een nagel. Tegen de spiegel hangt een roer, met twee vingerlingen bevestigd en met een rechte helmstok aan het uiteinde voorzien van een krul. De roerkop is niet versierd. Rondhouten en tuigage: De spekbak heeft één mast. De steekmast is gestoken door het voordek, direct voor het schot. Aan de voorkant wordt de mast gehouden door een voorstag op een kleine voorsteven welke is geplaatst op de voorspiegel. De zeilen zijn van witte katoen: stagfok en gaffelgrootzeil, beiden met een enkele rij reeftouwen. De zeilen zijn in verticale plooien genaaid. Het voorlijk van de fok is met bindsels bevestigd aan de voorstag. De hals van de fok is met een ketting vastgezet op de steven. De fokkeschoten lopen via metalen schootogen op het boeisel naar achter en zijn daar belegd op klampen tegen de spanten. Het grootzeil heeft een rechte gaffel. Deze wordt gehesen met twee vallen. De klauwval loopt door een enkelschijfsblok direct naar de nagelbank. De piekeval loopt door 4 enkelschijfsblokken naar de nagelbank. Hiernaast is er nog een kraanlijn welke door een enkelschijfsblok naar de nagelbank loopt. Het voorlijk van het grootzeil is met raktrouwen met kralen bevestigd aan de mast. De hals van het grootzeil is met een dubbel (ongetakeld) touw vastgezet op de mast. De onderkant van het achterlijk is vastgezet aan de giek. De giek hangt aan de achterkant in een kraanlijn en aan de voorkant hangt de giek met een zwanehals in een oog aan de nagelbank. De grootschoot loopt door een dubbelschijfs blok aan de giek en door een dubbelschijfs hakkeblok dat is vastgehaakt aan een oog op de bodem van de spekbak. De schoot is belegd op het hakkeblok. Op de top van de mast een rode vleugel aan een metalen scheerhout. De blokken zijn van hout en zijn voorzien van lopende schijven. Het model staat op een houten onderstel.
Het model is gebouwd door Andries Bosma uit Scharnegoutum. Hij is geboren te Sneek op 31 juli 1933. Na zijn opleiding op de Sneker ambachtsschool volgde hij nog een aantal cursussen: lassen (twee jaar op de avondschool) en scheepsbouw/scheepstekenen (twee jaar Bemetel). Bosma begon met werken in 1950 bij machinefabriek Hubert te Sneek als constructiebankwerker. Van 1951-1968 werkte hij bij scheepswerf Boomsma te Sneek. Vervolgens werkte hij vijf jaar bij scheepswerf Van der Werff & Visser te Gorredijk en keerde in 1973 terug bij scheepswerf Boomsma te Sneek. Daar bleef hij tot 1980. Vanaf 1988 hield Bosma zich bezig met de bouw van scheepsmodellen. Andries Bosma overleed op 29 april 2010.
De Lemsterschouw (ook wel zeeschouw of spekbak) was een groter en zeewaardiger zusje van de Friese schouw en gebouwd voor de Zuiderzeevisserij. De eerste spekbakken werden waarschijnlijk rond 1900 in de Lemmer gebouwd. Lemmer, Hoorn en Enkhuizen waren de grootste 'afnemers'. Met de spekbakken werd doorgaans met lijnen op paling gevist (hoekwantvisserij). Voornaamste kenmerk: de zeshoekige voor- en achterspiegels. Spekbakken voerden een grootzeil, stagfok en eventueel een kluiver. De zeeschouwen die thans als jacht worden gebouwd, zijn van deze schouwen afgeleid. R. Martens en L. Westra tonen in hun boek "Aanzien van de oude Visserij" een foto van de LE 86 van schipper De Haan tijdens een van de wedstrijden voor vissersvaartuigen voor de Lemmer rond 1948. (pagina 103 afb. 193)
"Op 22 maart 1941 moest de Lemster reddingboot 'Hilda' uitvaren voor het Lemster Vissersvaartuig 'LE 86' dat met schipper J. de Haan en zijn zoon gestrand was op de Steile Bank. Het schip zat door windkracht 7 zeer moeilijk. Met de vlet werd een verbinding gemaakt. Daarna werd het schip vlot getrokken en naar Lemmer gebracht." (uit Klein Nienhuis, H.: "Redders uit Lemmer", p. 19)
literatuur:
- Martens, R. en Westra, L.: "Aanzien van de oude Visserij"
- Klein Nienhuis, H.: "Redders uit Lemmer KNRM Lemmer 1920-2000"
- fotocollectie FSM001009553, foto van ansichtkaart met o.a. de LE 86 met kluiver en bras of bezaan
Reacties