Datering
Maker Paulus Hoekema Kingma
Brief van Paulus Hoekema Kingma aan zijn vader Jan Marten, verzonden per 'Stoomboot Flevo'.
Brief, glad papier met inkt beschreven. Geadresseerd aan J. Kingma te Makkum. Afgetempeld te Leiden in 1855. Blijkens opschrift verzonden 'Per Stoomboot Flevo'. Opengevouwen belsaat de brief drie kantjes. Aanhef: 'Leiden Vrijdag Juny 1855'. In de brief vraagt Paulus, mede uit naam van 'Matthea' of 'Tjeerd' niet naar Leiden zou kunnen komen ter gelegenheid van de 'groote contrapartij' die daar zal worden gehouden. Hij zou dan per boot of 'per Workumer Beurtman' kunnen komen. Voorts beschrijft Paulus dat hij bezig is met het ontleden van een dier 'met 4 handen', waarschijnlijk als onderdeel van zijn studie medicijnen.
De brief is geschreven door Paulus Hoekema Kingma (1829-1868) aan zijn vader Jan Marten Kingma (1802-1875). De Tjeerd die door Paulus wordt uitgenodigd, is zijn jongere broer Tjeerd Herre Kingma (1838-1930). De uitnodiging doet Paulus mede uit naam van zijn verloofde Mattha Cornelia van der Hoeven (1835-1875). Paulus refereert ook nog aan zijn jongere zus Sybrichje Kingma (1840-1859) die in 1855 kennelijk voor enige tijd naar Zwolle vertrokken is. In de brief wordt mooi gerefereerd aan de diverse vormen van transport tussen Leiden en Makkum: zo kan Tjeerd per boot of per 'Workumer Beurtman' (een gereguleerde bootverbinding) naar Leiden komen. Hij refereert ook aan een eerdere brief die per 'gewone route' was verstuurd. De verzending per stoomboot Flevo was daarmee klaarblijkelijk niet 'gewoon'. Opvallend is ook de vermelding van een juffrouw Lycklema die per 'oudhollandse trekschuit' naar Gouda was vertrokken. Over deze schuit zegt hij: 'Het woord Jaagschuit is door de spoortrein overreden'. De teloorgang van het netwerk aan trekschuiten door Nederland was inderdaad voor een groot deel te wijten aan de opkomst van het spoor.
Reacties