Datering
Maker Hidde Baanstra
Scheepsmodel van het stoomschip De Nijverheid van schipper Hidde Baanstra.
Scheepsmodel van het stoombeurtschip Nijverheid. Uitgehold blokmodel. Schaal niet bekend.
Rondhouten en tuigage: Mast met steng en korte giek. De mast wordt gehouden door een voorstag en aan weerszijden door een staand want van twee hoofdtouwen naar een zaling.
De romp: De voorsteven is scherp en steil. Het achterschip is rond en geveegd met invallend boeisel. het schip is voorzien van een messing schroef gemaakt uit plaat en van een houten roer.De bodem is vlak.
Het model van voor naar achter: In het boeisel van het voorschip twee koperen kluisgaten. onder de berghouten aan weerszijden een gat, mogelijk patrijspoorten. Halverwege het voordek in het boeisel twee spuigaten waarachter een dubbele bolder, gezaagd uit messingplaat. Ter hoogte van de mast twee messing puttings en ter hoogte van het achterdek nog twee spuigaten met bolders waarvan die aan bakboord ontbreekt. Het dek is gemaakt uit een dunne plaat hout waarin een traanplaat-patroon is gestoken. In het voordek een klein vierkant gat (vooronder?) en een groter gat, mogelijk van een voorste laadruim. Voor de mast een luik (uitwip) voor het strijken van de mast. De mast heeft aan weerszijden mastwangen. Achter de mast een laadruim voorzien van een luikenkap, gemaakt uit één deel, waarop de suggestie van meerdere luiken is ingesneden. Achter het ruim een hoge open stuurstand voorzien van een messing, liggend stuurwiel. Achter de stuurstand een overkapping van de machinekamer waaruit een staande schoorsteen steekt. Achter deze kap een gat, mogelijk een bunkerluik. Hierachter op het dek een sloep welke met een koperen spijker aan het dek is bevestigd. Het achterdek is glad en verhoogd, en heeft aan stuurboord een verhoogde toegang. Midden op het achterdek een koekoek.
Kleuren: Het gehele model is blank gelakt. Accessoires: geen
Hidde Baanstra (Sneek, 1823-1889) was zelf schipper op het stoomschip De Nijverheid, dat de beurtdienst van Sneek op Amsterdam onderhield. Bij Hardzeildagen deed het stoomschip dienst als directieschip van de Zeilvereeniging Sneek. Het model is lang in bezit geweest van een kleinzoon van de maker en was sinds ca. 1965 eigendom van de schenker. Vermoedelijk had het model ooit een laadgiek die van de mast schuin omhoog stond. De huidige lage giek is ongeschikt om ladingen mee te tillen.
Rond 1825 voer de eerste stoomboot in Nederland. In 1841 werd in Friesland de eerste stoombeurtdienst ingesteld (Joure-Lemmer). De zeilende beurtschepen en trekschuiten werden hierdoor hevig beconcurreerd. De eerste stoomboten waren raderboten. De schroefstoomboten bevielen echter beter. Ook op de Friese werven werden stoomschepen gebouwd. De eerste stoomboten waren van hout. De latere werden gemaakt van ijzer. Aanvankelijk hadden de stoomschepen geen stuurhut (op een zeilschip stond de schipper ook buiten). en was het stuurrad liggend gemonteerd. Pas na 1910 werden er stuurhutten op stoomschepen gebouwd en werd het stuurrad daarin verticaal geplaatst. In het voorschip van de stoomboot was benedendeks vaak de passagiersruimte. Dikwijls volgde dan een afgesloten ruimte voor zuivelprodukten. Midscheeps was het grote laadruim (ook voor vee). De vracht werd geladen en gelost met behulp van een mast met laadboom. Achter het ruim was de machinekamer en het verblijf van de bemanning en bij de grotere schepen nog een passagiersruimte. Na 1920 werden veel stoommachines vervangen door ruwe-oliemotoren. Deze waren veel kleiner dan stoommachines en de brandstof nam minder plaats in dan de kolen voor de stoommachine. In de dertiger jaren kwam het vervoer over de weg sterk op en verdrong de vrachtauto de vrachtvaart. In 1960 waren alle varende beurtdiensten in Friesland opgeheven.
Reacties