Datering
Maker Helena Johanna Bolomeij
Rok, na de Tweede Wereldoorlog gemaakt om gedragen te worden bij herdenkingen van de bevrijding.
Rok. Genaaid uit lappen van diverse, bont gekleurde stoffen.Bovenband met Friese vlaggen middenvoor een borduurwerk van oranje op wit met de tekst 'We zijn er nog niet .... / maar we komen erwel!' Sluiting; zijsplit met rits (metaal) en twee haken en ogen. De taille is aan de binnenzijde versterkt met een nieuwere elastische band. De onderrand is van zwarte stof. Middenvoor is daar met oranje garen in geborduurd '5 mei 1945' en '2 sep'. Op een groene lap is geborduurd '15 april 1945', op een witte lap: '8 mei 1948'. Op een effen gele lap een stempel 'Nationale Feestrok / samengevoegd op één ondergrond / NI / 1948'. Deze stempel is grotendeels 'overgetrokken' met oranje borduurwerk. De rok is gevoerd met een bruine stof.
De rok is gemaakt door Helena Johanna Halbertsma-Bolomey (Teteringen 1897 - Hilversum 1969). Zij trouwde op 27 augustus 1918 met Johannes Halbertsma (1888-1958), directeur van zuivelfabriek Normandia te Sneek en mede-oprichter van het Fries Scheepvaart Museum.
De rok is een zogenaamde Nationale Feestrok. Het was een idee van mevrouw Adrienne Minette Boissevain-van Lennep (1896-1965), die in de oorlog een vooraanstaande rol had gespeeld in het verzet. Toen zij in 1943 zat opgesloten in de vrouwengevangenis in Amsterdam kreeg zij van een vriendin een das die was samengesteld uit divers lapjes (patchwork). Na de oorlog, in aansluiting op de gedachte van De Doorbraak, bedacht zij dat wanneer alle vrouwen op feestdagen dezelfde rok zouden dragen: een rok van patchwork, samengesteld uit lappen van kleren van oorlogs-gevangen of gesneuvelden, voorzien van de data dat de rok werd gedragen of andere persoonelijke herinneringen (penningen, medailles, soldaatjes, davidssterren). Het dragen van dezelfde rok zou het gevoel van eenheid en solidariteit moeten bevorderen: "Eén dracht maakt Eendracht". Boissevain richtte na de oorlog een soort vrouwenpartij op. Ze wilde de meer zelfstandige rol van de vrouw in de oorlog voortzetten, een soort emancipatie die de nadruk legde op de zelfstandige vrouw naast de man, in een relatie van elkaar aanvullen in plaats van concurrentie. Het was een vrouwelijk feminisme, vandaar ook geen broek maar een rok. Deze kleine feministische golf hield echter daardoor niet lang stand. Boissevain trok door het land om voor dit idee propaganda te maken. De maaksters konden hun rok laten registreren bij het "Nationaal Instituut" en laten voorzien van een stempel. 4000 werden geregistreerd (dit exemplaar is er een van) maar er zijn waarschijnlijk ook ongeregistreerde rokken geweest. Het hoogtepunt van het bestaan van de feestrok was op 2 september 1948 toen 1500 in feestrok deelnamen aan het defilé ter ere van het gouden regeringsjublieleum van koningin Wilhelmina. De Sneker deelneemsters waren: Wil Dormaar-Weiss (Stationsstraat), Tine Klein Walland (Jachthavenstraat), Judith Nieveen (Stationsstraat), Heleen Halbertsma-Bolomey (Stationsstraat), Alie Matak Fontein-Halbertsma (Kanaalstraat), Anneke ter Horst-Nanninga (Kanaalstraat). Aldus mevrouw Jansen-ter Horst te Naarden. (Bron: o.a. Wikipedia)
Het museum beschikt over een foto van 21 februari 1949 met daarop de zes Sneker deelneemsters die op 2 september 1948 deelnamen aan het defilé ter ere van het gouden regeringsjubileum van koningin Wilhelmina, toen 1500 dames in feestrok deelnamen. Op deze foto is de maakster van deze rok, Helena Johanna Halbertsma-Bolomey, de derde dame van links.
literatuur:
- 'De Emoties van De Nationale feestrok' in: N.R.C. 20 april 1995
- Tijdschrift Opzij, april/mei 1995.
Reacties