Datering
Maker Mathijs Ankringa
Deurbekroning in de vorm van een gedrapeerde doek.
Deurbekroning uitgevoerd in de vorm van een uit hout gesneden draperie. De draperie is voorzien van franje en lijkt met een koord op vijf plaatsen te zijn opgebonden. Aan dat koord hangen boven in het midden twee kwasten en beneden hangt aan elke zijde één kwast. Het snijwerk is uitgevoerd in Lodewijk XVI-stijl. Het is groen geschilderd en voorzien van enig verguldsel.
De deurbekroning is mogelijk afkomstig uit een huis aan de Geeuw (Geeuwkade 14?) te Sneek. In onderstaand artikel in het Sneeker Nieuwsblad (ongedateerd, persberichten 1960) wordt echter gesteld dat de bekroning afkomstig is uit de voormalige pastorie van IJlst aan de Galamagracht 93.
Mathijs Ankringa (Lemmer 1754 - Sneek 1814). Deze was aktief in Sneek en omgeving. Hij leverde werk aan ondermeer de Martinikerk van Sneek, aan de pastorie en de kerk van Nijland en aan Hylke Jans Kingma te Makkum. Hij werkte in Lodewijk XVI-stijl (gehangen doekjes, guirlandes, siervazen) maar bleef een hang naar rococo houden. Ankringa nam in 1787 deel aan de patriottische woelingen in Sneek. Zijn straf daarvoor was een verblijf in het tuchthuis van vijf jaar. Bij de komst van de Fransen in Nederland leverde hij beeldhouwwerk aan de overheid: een vrijheidshoed en werk aan het bordes van het Sneker Raadhuis (waarschijnlijk het wegkappen van de wapens).
Pytter Jacobs van Wijk is in 1744 te Woudsend geboren en in 1817 te Sneek overleden. In 1768 woonde hij reeds in Sneek, wellicht als knecht van de beeldhouwers Jan van Nijs of Gerrit Gorp. Van Van Wijk is werk bekend in de kerk van Scharnegoutum en de R.K. kerk te Woudsend. Na zijn overlijden volgden twee zoons hem op in zijn vak van steenhouwer: Jacob Pieters van Wijk (1768-1849) en Uilke Pieters van Wijk (1778-1818). Een nazaat en naamdrager van de laatste zet het bedrijf in Sneek tot op heden voort.
literatuur:
- Sneeker Nieuwsblad 23 okt. 1964.
Reacties