Datering
Maker Onbekend

Twee stuks scheepsbeslag, afkomstig van het Friese jacht De Vriendschap.

Twee stuks scheepsbeslag. IJzer. Driezijdig met rechte hoeken. Op de middelste zijde een verdikking met gleuf. Waarschijnlijk beslag voor bovenop de mastwangen waarin dan de mastbout rust.
De stukken scheepsbeslag zijn afkomstig van het Friese jacht De Vriendschap. Dit jacht is in 1832 gebouwd op een onbekende werf. De oudste eigenaren zijn niet bekend. In 1887 kocht P. Schenkius te Sneek het jacht. Vervolgens was het jacht eigendom van H. van der Werff te Leeuwarden (tot 1893), G. Appeldoorn te Leeuwarden (1893-1905), J. Marcus, Y. van Slooten, K. Bakker en A.D. Terwee te Leeuwarden (1905-1910), R. Wester te Grou (1910-1916), H.L. en J. Morra te Den Haag (1916-1952), W. Nieuwpoort te Sliedrecht (1952-1959), A.J. Mol te Rotterdam (1959-1966), M.J. en F.C. Marckmann te Delft / Utrecht (1966-1979), E. Pot te Utrecht (1979-1990), O.B. de Kriek te Utrecht (1990-1991), G. de Rooij te Utrecht (1991-1995). Het jacht is in 1952 voorzien van een kajuit (verbouwd tot boeier) en in 1971 werd het jacht gerestaureerd door Pier Piersma te Heeg. Het schip is 6.90 meter lang en 2.46 meter breed. Qua vorm komt het schip overeen met de visaak Dolpijn.
Literatuur: - J. Vermeer, Het Friese jacht (Leeuwarden, 1992) pp. 220-221.

Identificatie
Titel
Twee stuks scheepsbeslag, afkomstig van het Friese jacht De Vriendschap.
Objectnummer
FSM-2004-140
Objecttype
  • Scheepsbeslag
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000019390
Over
Onderwerpen
  • Friese jachten
    Open of halfgedekt vaartuigje, met ronde vormen, behorend tot de groep der kromstevens. (debinnenvaart.nl)Open rond zeilvaartuig, in grootte en vorm een tussenvorm tussen tjotter en boeier. Kenmerkend is de rijke versiering. De tuigage is een bezaantuig. (MARDOC)
Werk
Breedte
16 cm
Lengte
16 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • IJzer
    Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA