Datering
Maker Onbekend

Mastplank van de tjalk 'De Hoop' van Libbe Sijbranda.

Mastplank. Bovenzijde licht bol, en onderzijde licht hol. rechte zijden, aan de achterkant versetvoigd met plankjes. Zwart met daarop in witte letters: 'De Hoop / L. Sijbranda 65 / ton Sneek'. De achterzijde is grijs. Daarop sporen van aantekeningen met potlood en brandsporen.
De plank zal gestaan hebben op de ijzeren Tjalk 'De Hoop' van Libbe Sijbranda (1872-1946). Het schip is blijkens de liggers van de scheepsmetingsdienst gebouwd in 1906 op een (niet met naam genoemde) werf in Echten. Bij deze meting op 21 mei 1907 mat het schip 19.92m x 4.33m. Het laadvermogen was 65,375 ton. De cijfers '65' zijn met groene verf opnieuw geschilderd, mogelijk over een ander tonnage. In dat geval zou het bord ook al gestaan kunnen hebben op een ijzeren tjalk uit 1896 die Libbe Sijbranda eerder in bezit had onder de naam 'De Hoop'. Dat schip mat 16.52m x 3.74m en had een laadvermogen van 43,002 ton (bij meting in 1901.) (bron: lvbhb.nl)

Identificatie
Titel
Mastplank van de tjalk 'De Hoop' van Libbe Sijbranda.
Objectnummer
FSM-2013-030
Objecttype
  • Mastschilden
    Houten bord dat op Nederlandse en Vlaamse binnenschepen en jachten en soms op vissersvaartuigen tegen de voet van de mast op het dek wordt geplaatst en doorgaans is versierd met gepolychromeerd allegorisch snijwerk dat betrekking had op de naam van het schip; waren vooral in de 18e en 19e eeuw in gebruik.Versierde plank, die tegen de hieling van de mast bevestigd is. (De Binnenvaart)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000022720
Werk
Breedte
28.5 cm
Hoogte
19.3 cm
Diepte
2.8 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA