Scheepsmodel van de tjalk 'Struggle for life'.

Scheepsmodel van de tjalk Struggle for life. Op spanten gebouwd. Schaal 1:40. Rondhouten en tuigage: Het schip heeft één mast en een kluiverboom. De kluiverboom hangt aan de voorkant in een kraanlijn aan de mast en wordt gehouden door een waterstag en een boegwant van twee hoofdtouwen waartussen een kluivernet. De kluiverboom is getopt. Tegen de steven is een beuge aangebracht waar de kluiverboom in kan liggen. De achterkant van de kluiverboom is scharnierend aangebracht in een kluiverboomstoel op het voordek. De mast wordt gehouden door een voorstag en aan weerszijden door een staand want van drie hoofdtouwen en door een lopend want (bakstagen). Schuin over het voordek lopen twee bokkepoten die aangrijpen op de voorstag. Aan de achterzijde rusten zij op de bevestigingspunten van de overloop. De zeilen zijn van bruine katoen: een stagfok en een grootzeil. Het voorlijk van de stagfok is met metalen ringen bevestigd aan de voorstag. De fokkeschoot is belegd op een hakkeblok welke kan glijden over de overloop op het voordek. Het grootzeil is voorzien van een rechte gaffel en een giek. Het voorlijk van het grootzeil is met rakkralen aan de mast bevestigd. De grootschoot is belegd op een hakkeblok, dat is vastgezet op de achterkant van het roefdak. De vallen van de zeilen zijn te bedienen met tuiglieren aan weerszijden van de mast. Op de top van de mast een blauwe vleugel met een Hollands hoekje. De blokken zijn handgemaakt, deels van hout en deels van metaal. De romp: rond voorschip, rond achterschip, plat vlak. Het schip van voor naar achter: Aan weerszijden van de voorsteven berentanden. Twee ankers hangen aan het boeisel en hun kettingen worden door kluisgaten gevoerd naast de steven. Achter de voorsteven een braadspil. Hierachter een luik tot het vooronder. Aan weerszijden dubbele bolders op het boeisel. daarachter op het boeisel houten naamborden met het opschrift: "Struggle for Life W. van Terwisga 102" (afgedrukt op papier en geplakt op de naamborden). Midden op het voordek een zware strijklier, mogelijk ook gebruikt als ankerlier. Daarachter een metalen luik boven het voorruim. Daarachter de overloop van de stagfok, de mast en de tuiglieren. De zwaarden zijn met metaal verstevigd: platen op de kop, koperen beslag langs de onderrand en overdwars vier metaalstrippen. Het zward heeft een borgketting naar de zwaardklamp. De boutgaten zijn versierd met sterren. De zwaardloper gaat via een schildpadblok naar de zwaardtalie (touw door twee blokken) aan de binnenkant van het boeisel, die is belegd op een bolder op het achterschip. Achter de mast het ruim dat wordt afgedekt door 30 houten luiken. Op de luiken een stelling met een looppalnk, twee vaarbomen en een pikhaak. De roef heeft in de voorwand twee ovale patrijspoorten, in de zijwanden twee ramen met schuifluiken en aan stuurboord een extra ovalen patrijspoortje. In de achterwand twee dubbele deuren waartussen een ovalen patrijspoort. Op het dak van de roef twee handrelingen, een lichtkap en twee schoorstenen. Het dak is afneembaar. Het interieur toont een hal met fornuis, wasbak en twee trappen naar buiten. Aan stuurboord een afgescheiden toilet. Na de hal volgt een woonverblijf met kachel, banken en kasten. Op het achterdek een lichtkap van het benedendekse achteronder. Het roer is versierd met een blank gelakte roerklik. In het achterschip twee lichtranden. Kleuren: Het onderwaterschip is zwart, de rest van de romp is cremekleurig met een zwart zwart berghout en een zwart potdeksel. Het dek is zwart. De wanden van de roef zijn wit. Het dak van de roef is bruin. Het houtwerk is gelakt. Accessoires: stander.
De tjalk Struggle for Life werd in 1910 gebouwd te Franeker voor B. Hummel. in 1938 was zij eigendom van W. van Terwisga te Heerenveen. Het schip mat (volgens de scheepsmetingsdienst in 1938): lengte 23,94m, breedte 4,8m, tonnage 102,086. opvallend is dat er in de liggers van de scheepsmetingsdienst steeds wordt gesproken van de scheepsnaam "Struggle voor Live"