Datering

Bank met opklapbaar rugraam

In de zeventiende eeuw was er nog geen centrale verwarming. Iedereen verzamelde zich rondom de openhaard. Het verwarmen van je leefomgeving was erg duur. Het vuur werd vaak maar in één ruimte aangestoken. Hiervoor werd een bank geplaatst zodat je jezelf kon opwarmen. Maar een openhaard verwarmt alleen het gedeelte van je lichaam dat het dichtstbij zit. Hierdoor wordt je achterkant nog steeds steenkoud. Om dit probleem op te lossen werd de omkeerbank gemaakt. Bij de omkeerbank is het rugraam (rugleuning, het gedeelte waar je met je rug tegenaan leunt) opklapbaar dankzij de scharnieren die in het midden zitten. Hierdoor kun je, door het rugraam op de ene of de andere kant te zetten, je hele lichaam verwarmen zonder de bank te hoeven verplaatsen. Bij deze bank is duidelijk te zien wat de voor- of achterkant is. De voorkant is versierd met stukjes ebbenhout terwijl de achterkant onversierd en vlak is.

Identificatie
Titel
Bank met opklapbaar rugraam
Objectnummer
B1950-042
Objectcategorie
meubilair
Objecttype
  • zitmeubel
    Meubels speciaal bedoeld voor zitten, zoals stoelen, banken en fauteuils.
  • bank
    Langwerpig vlak waarop meerdere personen naast elkaar kunnen zitten, doorgaans voorzien van een leuning of muurvlak aan de achterzijde, van steen of hout. In kerken kwamen houten banken en stoelen pas eind XVI in zwang toen de preek een belangrijk deel van de dienst werd. In de M.e. vond men stenen zitbanken vooral in kerkportalen, kloostergangen, vorstelijke en publieke zalen, ter weerszijden van de stookplaatsen, in vensternissen ( (zie) vensterbank). In een park of tuin spreekt men van een tuinbank, gemaakt van steen, hout of ijzer. (Haslinghuis)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/srm-collect-10000089
Werk
Breedte
215.00 cm
Hoogte
104.50 cm
Diepte
42.00 cm
Museum
Stg Rijksmuseum Muiderslot
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • ebbenhout
    Ebbenhout is hout van het geslacht Diospyros. De bomen komen voor op Ceylon (Sri Lanka), Madagaskar en in Indonesië en India. Het spinthout is geelbruin of geelgrijs. Door de ongelijke vorm van het hout en de geringe omvang, werd het per gewicht verkocht. Ebbenhout is gebruikt voor oa meubelen, in betimmeringen en voor duimstokken. (Haslinghuis)
  • perenhout
    Hout van de boom behorende tot het genus Pyrus, vaal rozeachtig bruin van kleur met een uiterst fijne textuur. Het wordt gebruikt voor het maken van kommen, borstelgrepen, tekeninstrumenten en kabinetten. (Toegepaste Kunst Project, RKD)
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden