Datering
Maker Gerrit Ooms

Scheepsmodel van een zeiljacht uit de optimistenklasse.

Scheepsmodel van een zeiljacht uit de optimistenklasse. Blokmodel. Schaal 1:30. Rondhouten en tuigage Het model heeft één metalen mast. Deze is niet gestaagd maar vastgezet in een messelbank in het voorschip. Aan de mast wordt alleen een grootzeil gevoerd. De bovenkant van het grootzeil wordt gehouden door een rondhout dat qua vorm en functie het midden houdt tussen een gaffel en een spriet: het rondhout heeft geen gaffelbek en is met een lus aan de mast bevestigd, echter niet bij de hals van het zeil (zoals bij een spriet) maar halverwege de mast. Het zeil is met touw aan de mast geknoopt. De giek is voorzien van een gaffel bek. Het zeil is met losse broek aan de giek bevestigd. Aan de onderkant van de giek een soort overloop, waaraan de grootschoot is bevestig. Deze loopt door twee opgen in de bodem van de boot. In het zeil het zeilnummer Q H1235. Op de top van de mast geen vleugel. De romp: Platte bodem. Enkelgangs boorden. Rechte voorsteven (schuin naar voren hellend) en rechte spiegel (loodrecht op het vlak). Geen kiel: midzwaard. Het model van voor naar achter. In het voorschip een messelbank, waarin de mast is gestoken. Het gedeelte achter de mast is door een dwarsplank gescheiden in twee compartimenten. In het voorste compartiment twee drijfkussens en de zwaardkast, waarin de uitneembare kiel gestoken wordt. In het achterste compartiment de grootschoot en een dwars tegen de spiegel geplaatste drijfkussen. Het roer hangt aan de spiegel. De scharnierbare helmstok op het roer is van metaal. Kleuren: De romp is wit, evenals het onderwaterschip. Aan de binnenkant is de boot eveneens wit. Het dwarsschot is bruin. Het midzwaard en het roerblad zijn ook bruin. De mast en de helmstok zijn metaalkleurig. De giek en de gaffel/spriet zijn gelakt. De drijfkussens zijn blauw. Accessoires: tijdelijke stander.
De optimist bestaat al sinds 1948. Toen werd namelijk in Florida van een 'zeepkist op wielen met een zeiltje' een bootje ontworpen. Het initiatief hiervoor kwam van de serviceclub Soroptimist International (vandaar het zeilteken OI). In 1954 zag een Deense architect het Amerikaanse bootje en introduceerde het model in Scandinavië. In 1965 werd de Internationale Optimist Dinghy Association opgericht. In 1973 volgde de internationale status van de IYRU. In 1992 stonden er internationaal 150.000 optimisten geregistreerd. De optimist is een klein handzaam bootje voor jeugdzeilers van 6-15 jaar en is zeer geschikt voor beginnende zeilers. Het spriettuig zorgt voor een laag zeilpunt, waardoor de boot gemakkelijk overeind te houden is. De rompvorm geeft veel stabiliteit. Door de eenvoudige rompvorm (knikspant) is het tamelijk eenvoudig zelf te bouwen van hechthout. Afmetingen: lengte 2.30 m., breedte 1.15 m., diepgang midzwaard 0.80 m., zeiloppervlak 3,5 m2. Het zeilnummer 1235 komt in de deelnemerslijsten van de Sneekweek voor in 1985. Eigenaar was R. Woortman te Groningen. De boot had de naam Opti-Miss. Gerrit Ooms. Geboren 23 juli 1920 te Heerenveen. Verhuisde in 1923 naar Sneek. Beroep: aannemer in de wegenbouw. In zijn vrije tijd zeilde Gerrit Ooms. Eerst in een kan, vanaf 1948 in een Zomerweeldejacht, vervolgens in een kajuitjachten, een regenboog (nr. 70). Op hogere leeftijd voer hij in een motorkruiser. De overgrootvader van Gerrit Ooms was scheepsbouwer te Hoogeveen. Die bouwde zogenaamde Hoogeveense pramen. Het eerste model dat Gerrit Ooms maakte was van zo'n Hogeveense praam. Vervolgens maakt hij modellen van een regenboog en van ronde jachten. De tekeningen van de ronde jachten haald hij uit het boek van T. Huitema over Ronde en Platbodemjachten. De secretaris van de NNWB verschafte Ooms de tekeningen van de modernere zeiljachten. Het leidde tot het idee van alle jachten die ooit aan de Sneekweek hadden mee gedaan een model te maken. Het werd een verzameling van 52 modellen (inv.nr. 1998-279 t/m 1998-230).
literatuur: - Elisabeth Spits, Wat zeilt daar (Eemdijk, 1998), pp. 54-55 - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1998, p. 27

Identificatie
Titel
Scheepsmodel van een zeiljacht uit de optimistenklasse.
Objectnummer
FSM-1998-298
Objecttype
  • Scheepsmodellen
    Nabootsing van een vaartuig op klein formaat. (Encyclo.nl)
  • Modellen
    1. Een nabootsing op kleine schaal van een object, vaak bedoeld als leer- en illustratiemateriaal. 2. Vormvoorbeeld om te kopiëren of als bron van inspiratie, bijvoorbeeld een ontwerptekening in een modellen- of voorbeeldboek. 3. Twee- of driedimensionale weergave op schaal van een te vervaardigen object, gemaakt door een kunstenaar ten behoeve van zijn opdrachtgever. (Religieus Erfgoedthesaurus)Weergaven of kopieën van een object die groter of kleiner zijn dan de feitelijke grootte van het weer te geven object, en waar bij de vervaardiging de exacte onderlinge verhoudingen zijn gehandhaafd. Een schaalmodel is meestal kleiner dan het origineel en wordt gebruikt ter illustratie van het object, als speelgoed of verzamelobject, of als hulpmiddel bij het construeren van het object op volledige grootte. Schaalmodellen kunnen één- of tweedimensionaal zijn. Schaalmodellen worden meestal vervaardigd op basis van een standaardschaal voor het betreffende product. Zo bestaat voor modeltreinen de populaire H0-schaal (schaal 1:87), voor scheepsmodellen is een schaal van 1:500 gangbaar en bij meubilair voor een poppenhuis een schaal van 1:12. (AAT)
Persistente URL
http://hdl.handle.net/21.12111/fsm-collect-1000016121
Over
Onderwerpen
  • Optimistenklasse
Werk
Breedte
4.3 cm
Hoogte
11.0 cm
Lengte
8.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Gerrit Ooms
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Metaal
    Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar. (Project Fotografie)Any of a large group of substances that typically show a characteristic luster, are good conductors of electricity and heat, are opaque, can be fused, and are usually malleable or ductile. (Project Fotografie)Een metaal is een materiaal dat in vaste vorm kristallijn is, ondoorzichtig, smeedbaar, pletbaar en een goede geleider van warmte en stroom. (Conservation Dictionary)
  • Textiel
    Textiel is letterlijk 'al wat geweven is'. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord 'texere' dat weven betekent. (Wikipedia)Textile is literally 'all that is woven. The word is derived from the Latin word 'texere' meaning to weave. (Wikipedia)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden