Datering
Maker Dries Kuperus
Speelscheepje, gemaakt uit een klomp.
Speelscheepje. Blokmodel.
Rondhouten en tuigage: Het speelscheepje heeft één mast en een boegspriet. De mast rust in een mastkoker en wordt aan de bovenkant gehouden door een metalen voorstag op de boegspriet en aan weerszijen door een metalen zijstag. De boegspriet is vastgemaakt op de romp en wordt alleen door de voorstag gehouden (niet door een waterstag of een boegwant). De zeilen zijn van witte katoen: een stagfok en een grootzeil. De stof is door vocht gevlekt. Het voorlijk van de fok is met metalen leuvers vastgemaakt aan de voorstag. De hals van de fok is los. De fokkeschoten lopen door een oog op het dek en zijn daar belegd op een metalen klamp. Het grootzeil is voorzien van een licht gekromde gaffel. Het voorlijk van het grootzeil is met raktouwen aan de mast bevestigd. De halstalie is rond de mastvoet geknoopt. De voorkant van de giek is met een bout door twee ogen (één in de giek en één in de mast) vastgemaakt. De giek is voorzien van koperbeslag. De grootschoot loopt door een ring op een metalen overloop op het achterschip en is belegd op een metalen klamp op het achterdek. De vallen van de zeilen zijn belegd op de nagelbank. Op het speelscheepje worden geen vlaggen of vleugels gevoerd. Bij de tuigage van het speelscheepje is geen gebruik gemaakt van blokken.
De romp: Het voorschip en het achterschip zijn rond. De bodem is rond en is voorzien van een achterwaart gerichte kiel, die aan de onderkant is verzwaard met metaal. Aan de achtersteven is een roer gehangen.
Het model van voornaar achter: Op de voorsteven een soort scheg. Over de buitenkant van de boorden loopten een stabiliseringslat. Ook over het dek loopt een dergelijke langsscheepse lat. Het model is gladdeks (een plaats triplex, vastgenageld in de noorden). Aan de voet van de mast een nagelbank. Op het achterdek twee metalen klampen voor de fokkeschoten en een metalen klamp voor de grootschoot. Op het achterschip de metalen overloop van de grootschoot. Het roer is met twee roerhaken opgehangen aan de achtersteven. Het roer is voorzien van een afneembaar helmhout. Kleuren: De romp is wit, het onderwaterschip is groen. Het dek is gelakt, evenals de rondhouten en het roer. De stander is ongeverfd.
Accessoires: stander
De schenker Dries Kuperus maakte het speelscheepje in de jaren vijftig op een jeugdclub in Amsterdam. De basis was een klomp, die met triplex werd bedekt.
literatuur:
- D.J. van der Ven, Van scheepje-zeilen en schuitje-varen (Baarn, z.j.)
Reacties