Datering
Maker Onbekend
Werfmodel van een schip met kottermodel.
Scheepmodel van een straalbuiskotter. Werfmodel. De romp is gebouwd volgens de stapelmethode. De opbouw, de boeisels en de schroefinrichting met plaathout. Schaal niet bekend. Rondhouten en tuigage: geen De romp: Het voorschip is scherp. Het achterschip is geveegd en plat. De bodem is acooladevormig. Het model van voor naar achter: Het voorschip is overdekt met een plaat die loopt van de punt van de voorsteven en het voorboeisel tot aan het dekhuis. Het voordek is op deze wijze overdek met een soort paviljoendek. Van voor naar achter een vaste reling (of boeisel) dat aan de binnenkant is verstevigd met verticale standers. Aan bakboord laat de reling los. Op het dekhuis de brug. De voorwand daarvan is rond. De schoorsteen steekt door het dak van het dekhuis. Aan weerszijden van de schoorsteen trappen die leiden naar de brug. In het achterdek is de plaats te zien waar een liermast geplaatst moet worden. Deze mast is afgebroken. De rest van het achterdek is leeg. Het schip is uitgerust met een straalbuis, waarin de (in hout uitgevoerde) scheepsschroef draait. Een deel van de straalbuis is afgebroken. Achter de straalbuis het roerblad. Kleuren: het model is ongeverfd. Accessoires: stander.
Het model is afkomstig van de scheepswerf van Ton Bodewes te Franeker. Het is door Ton Bodewes ontworpen. Het schip kon in meerdere uitvoeringen gemaakt worden: als viskotter, als patrouilleboot voor politie of loodsen of als motorjacht. Uitgangspunt was steeds de romp van dit model. Van 1958 (bouwnummer F4) tot 1968 (bouwnummer F32) maakte Ton Bodewes 24 kotters: hekkotters, viskotters en een kotterjacht. De opdrachtgevers waren afkomstig uit Urk, Katwijk, Delfzijl, Farmsum, Den Helder, Den Oever, Texel, Goede Rede en Wuppertal (het kotterjacht). Voor vele van deze schepen was het houten werfmodel het voorbeeld voor de romp. De viskotter is in Nederland het meest gebruikte motorschip voor de kustvisserij (trawlvisserij, boomkorvisserij en spanvisserij). Op kotters wordt het meest gevist op haring en platvis. In de loop de tijd wordt er steeds meer over het achterschip gevist. Men spreekt dan van een hekkotter. Afhankelijk van de grootte varen op een kotter 4 tot 7 man.
literatuur:
- Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1995, p. 23
Reacties