Datering
Maker Andries Bosma
Scheepsmodel van een viskotter, naar tekeningen van W. Zwolsman te Zaandam.
Scheepsmodel van de viskotter UK 300. Op spanten gebouwd: zinkplaat, geklonken op koperen spanten. Schaal 1:20. Rondhouten en tuigage: De viskotter heeft twee masten, die weliswaar volledig getuigd zijn, maar niet voorzien zijn van zeilen. De voormast wordt gehouden door een staand want van twee hoffdlijnen. De voormast heeft een rechte gaffel en een giek. De schoot van het grootzeil loopt via twee blokken en is belegd op een klamp op de voorkant van de machinekamer. Aan de mast kunnen een grootzeil en een fok gevoerd worden. Aan de voormast zijn de boordlichten bevestigd. De achtermast wordt gehouden evenals de voormast gehouden door een staand want van twee hoofdtouwen. De achtermast is voorzien van een giek, waaraan een driehoekige bezaan gevoerd kan worden. De schoot van de bezaan loopt via twee blokken en wordt belegd op een klamp op het verhoogde achterdek. In de toppen van de masten geen vleugels. De blokken zijn voorzien van lopende schijven. De romp: scherpe voorsteven, ronde achtersteven, bodem met kiel. Het model van voor naar achter Op de voorsteven het visserijnummer 'UK 300'. Op het metalen voordek een schoorsteen en een luikhoofd. Het dek erachter is van hout. Daarop twee luikhoofden en de voormast. Midscheeps staat de meervoudige lier, die werd gebruikt voor het binnenhalen van de netten. De lier wordt bediend met hendels en via een aandrijfas aangedreven door de scheepsmotor. Aan stuurboord staan twee beugels waarin een katrol hangt. De beugel zijn met ijzeren stangen verankerd aan het boeisel en aan de voormast (voor) of de machinekamer (achter). Deze beugels werden gebruikt voor het binnenhalen van de netten. In het boeisel zijn aan beide zijden drie afsluitbare spuigaten gemaakt. De opbouw bestaat uit een laag deel met aan beide zijden zes patrijspoorten. Op het voorste deel daarvan een luikenkap met vier luiken, een schoorsteen, een voorwaarts gerichte pijp en het blok van de grootschoot. Daarachter is de stuurhut, die gedeeltelijk van hout is. De stuurhut is ingericht met stuurwiel en hendel. Aan de voorwand van de stuurhut een toeter. Op het dak van de stuurhut de boordlichten, een zoek- of werklicht en een schoorsteen. Achter de stuurhut de machinekamer. In de zijwanden daarvan twee patrijspoorten en in de achterwand een stalen deur en een luikenkap. Aan de zijwanden van de machinekamer hangen een rood-witte reddinggordels met daarop 'HERMINA URK'. Achter de machinekamer staat op het achterdek de sleepbolder (beting). Het achterdek is verhoogd. Daar is de bezaanschoot belegd en is de afluiting van de roerspil te zien. Op het achterschip: HERMINA I URK'. Kleuren: De romp is grijs, het onderwaterschip is zwart. De binnenkant van de boeisels, de metalen dekdelen, de luiken en de opbouw zijn geschilderd in licht- en donkergrijs. De machinekamer is bruin. Het dak van de stuurhut is wit. Het houten dek, de houten opbouw van de stuurhut en de rondhouten zijn gelakt. Het scheepsbeslag is zwart. Accessoires: reddinggordel en stander.
Het model is gebouwd door Andries Bosma uit Scharnegoutum. Hij is geboren te Sneek op 31 juli 1933. Na zijn opleiding op de Sneker ambachtsschool volgde hij nog een aantal cursussen: lassen (twee jaar op de avondschool) en scheepsbouw/scheepstekenen (twee jaar Bemetel). Bosma begon met werken in 1950 bij machinefabriek Hubert te Sneek als constructiebankwerker. Van 1951-1968 werkte hij bij scheepswerf Boomsma te Sneek. Vervolgens werkte hij vijf jaar bij scheepswerf Van der Werff & Visser te Gorredijk en keerde in 1973 terug bij scheepswerf Boomsma te Sneek. Daar bleef hij tot 1980. Vanaf 1988 hield Bosma zich bezig met de bouw van scheepsmodellen. Andries Bosma overleed op 29 april 2010.
De straalbuis is een door Willem Zwolsman ontworpen manier van voortstuwing. Zwolsman was werkzaam bij 'Holland Launch' te Zaandam. Willem Zwolsman is geboren in Makkum en telg van het bekende Friese scheepsbouwersgeslacht.
De UK 300 is later verkocht en voer toen onder het visserijnummer Tholen 5. Dergelijke kotters leverden een grote bijdrage in de na-oorlogse bloei van Nederlandse Noordzee-visserij.
De viskotter is in Nederland het meest gebruikte motorschip voor de kustvisserij (trawlvisserij, boomkorvisserij en spanvisserij). Op kotters wordt het meest gevist op haring en platvis. In de loop de tijd wordt er steeds meer over het achterschip gevist. Men spreekt dan van een hekkotter. Afhankelijk van de grootte varen op een kotter 4 tot 7 man.
Een halfmodel van het schip maakt deel ook uit van de collectie (inv. nr. 1981-482). Hierop is het scheepsmodel gebaseerd.
Reacties